(1) Bei den Haftsummen der Mitglieder genossenschaftlicher Kreditinstitute im Sinne des Artikels 34 Absatz 2 Nummer 7 handelt es sich um das noch nicht eingeforderte Kapital dieser Genossenschaften sowie um die zusätzlichen, nicht rückzahlbaren Beträge, die deren Mitglieder bei Verlusten des betreffenden Kreditinstituts laut Satzung nachschießen müssen; in diesem Fall müssen diese Beträge unverzüglich eingefordert werden können.
1. De aansprakelijkheidsverplichtingen van de leden van de in artikel 34, lid 2, punt 7, bedoelde kredietinstellingen met de rechtsvorm van coöperatieve vereniging, omvatten het niet-gestorte kapitaal van deze instellingen en de statutaire verplichting van de leden van deze coöperatieve instellingen tot het doen van aanvullende niet-terugbetaalbare stortingen wanneer de kredietinstelling verlies lijdt.