« Art. 3 - Für die Mutterkühe und die Färsen wird in einer definierten Zone der Einheitsbetrag der zusätzlichen Zahlungen pro Mutterkuh und pro Färse durch den Quotienten bestimmt, der sich aus der Teilung des in Artikel 3, § 2, des Königlichen Erlasses für diese Zone festgelegten Betrags durch die Anzahl der Mutterkühe und Färsen, für die für das betreffende Kalenderjahr eine Mutterkuhprämie gewährt wird, ergibt».
« Art. 3. In een welbepaalde zone voor de zoogkoeien en de kalveren wordt het eenheidsbedrag van de extra heffingen per zoogkoe en per kalf verkregen door het quotiënt tussen het bedrag bepaald in artikel 3, § 2, van het koninklijk besluit voor die zone en de som, in die zone, van de aantallen zoogkoeien en kalveren die, voor het betrokken kalenderjaar, in aanmerking komen voor de zoogkoeienpremie».