Die Länder des (nichteuropäischen) Mittelmeerraums, Lateinamerikas und Asiens sowie die NUS (Neue unabhängige Staaten der ehemaligen Sowjetunion) erhalten etwa je 10 %, die Länder Mitteleuropas und die baltischen Staaten 12 %.
De (niet-Europese) landen in het Middellandse-Zeegebied, Latijns-Amerika en de NOS (Nieuwe Onafhankelijke Staten van de voormalige Sovjet-Unie) ontvangen elk circa 10% en de Midden-Europese en Baltische staten 12%.