Traduction de «Maräne » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

kleine Maräne
kleine marene

Amerikanische Kleine Maräne | Felchen | Maräne
ciscomarene

Felchen | Maräne | Pollan-Maräne
pollanmarene

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Die Maräne lebt in dem unter Nummer 4 abgegrenzten Gebiet.
De kleine marenen leven in het in punt 4 omschreven, afgebakende geografische gebied.

Kann die Maräne sich in einem größeren Gebiet ernähren, so vergrößert sich auch der Bestand.
Wanneer de kleine marenen hun voedsel in een groter gebied kunnen zoeken, groeit ook hun bestand.

Sèvre Niortaise von der Schleuse in Marans an der Meeresgrenze gegenüber dem Wachhaus bis zur Mündung;
de Sèvre Niortaise vanaf de sluis bij Marans bij de transversale grens van de zee tegenover het wachthuis tot de monding;

(4) Abweichend von Artikel 1 werden Finnland und Schweden ermächtigt, bis zum 31. Dezember 2011 zu gestatten, dass Lachse (Salmo salar), Heringe (Clupea harengus), Flussneunaugen (Lampetra fluviatilis), Forellen (Salmo trutta), Saiblinge (Salvelinus spp) und Rogen der Kleinen Maräne (Coregonus albula) aus dem Ostseegebiet, die in ihrem Hoheitsgebiet zum Verzehr bestimmt sind und die höhere Dioxingehalte und/oder Gehalte der Summe aus Dioxinen und dioxinähnlichen PCB als die in Nummer 5.3 des Anhangs aufgeführten Werte aufweisen, in ihrem Hoheitsgebiet in Verkehr gebracht werden, sofern ein System vorhanden ist, mit dem sichergestellt wird, dass die Verbraucher umfassend über die Verzehrsempfehlungen informiert werden, die die Einschränkung des Verzehrs dieser Fischarten aus dem Ostseegebiet durch bestimmte gefährdete Bevölkerungsgruppen betreffen, um so potenzielle Gesundheitsrisiken zu vermeiden.
4. In afwijking van lid 1, worden Finland en Zweden tot en met 31 december 2011 gemachtigd uit het Oostzeegebied afkomstige en voor consumptie op hun grondgebied bestemde zalm (Salmo salar), haring (Clupea harengus), rivierprik (Lampetra fluviatilis), forel (Salmo trutta), meerforel (Salvelinus spp.) en kleine marene (Coregonus albula) in de handel te brengen met dioxinegehalten en/of gehalten aan dioxinen en dioxineachtige pcb’s tezamen die hoger zijn dan die welke vermeld zijn in punt 5.3 van de bijlage, mits er een systeem bestaat dat waarborgt dat de consumenten ten volle op de hoogte worden gehouden van voedingsaanbevelingen betreffende beperkingen op de consumptie van deze vissoorten uit het Oostzeegebied door kwetsbare bevolkingsgroepen om eventuele gezondheidsrisico's te voorkomen.

Fische der Familie der Salmonidae, Esche (Thymallus thymallus), Maräne (Coregonus spp.), Hecht (Esox lucius), Steinbutt (Scophthalmus maximus), Hering (Clupea spp.), pazifischer Lachs (Oncorhynchus spp.), Dorsch (Gadus morhua), pazifischer Kabeljau (G. macrocephalus), Schellfisch (G. aeglefinus) und Seequappe (Onos mustelus).
Vis behorende tot de familie Salmonidae, vlagzalm (Thymallus thymallus), houting (Coregonus spp.), snoek (Esox lucius), tarbot (Scophthalmus maximus), haring en sprot (Clupea spp.), Pacifische zalm (Oncorhynchus spp.), Groenlandse kabeljauw (Gadus morhua), Pacifische kabeljauw (G. macrocephalus), schelvis (G. aeglefinus) en meun (Onos mustelus).

Fische der Familie der Salmonideae, Esche (Thymallus thymallus), Maräne (Coregonus spp.), Hecht (Esox lucius), Steinbutt (Scophthalmus maximus), Hering (Clupea spp.), pazifischer Lachs (Oncorhynchus spp.), Dorsch (Gadus morhua), pazifischer Kabeljau (G. macrocephalus), Schellfisch (G. aeglefinus) und Seequappe (Onos mustelus).
Vis behorende tot de familie Salmonideae, vlagzalm (Thymallus thymallus), houting (Coregonus spp.), snoek (Esox lucius), tarbot (Scophthalmus maximus), haring en sprot (Clupea spp.), Pacifische zalm (Oncorhynchus spp.), Groenlandse kabeljauw (Gadus morhua), Pacifische kabeljauw (G. macrocephalus), schelvis (G. aeglefinus) en meun (Onos mustelus).

„(1a) Abweichend von Absatz 1 ist es Finnland und Schweden gestattet, für einen Übergangszeitraum bis zum 31. Dezember 2011 Lachse (Salmo salar), Heringe (Clupea harengus), Flussneunaugen (Lampetra fluviatilis), Forellen (Salmo trutta), Saiblinge (Salvelinus spp) und Rogen der Kleinen Maräne (Coregonus albula) aus dem Ostseegebiet, die in ihrem Hoheitsgebiet zum Verzehr bestimmt sind und höhere Gehalte an Dioxinen und/oder für die Summe von Dioxinen und dioxinähnlichen PCB als die in Anhang I Abschnitt 5 Nummer 5.2 aufgeführten Werte aufweisen, in ihrem Hoheitsgebiet zu vermarkten, sofern ein System vorhanden ist, mit dem sichergestellt wird, dass die Verbraucher umfassend über die Verzehrsempfehlungen informiert werden, die die Einschränkung des Verzehrs dieser Fischarten aus dem Ostseegebiet durch bestimmte gefährdete Bevölkerungsgruppen betreffen, um so potenzielle Gesundheitsrisiken zu vermeiden.
„1 bis. In afwijking van lid 1 is het Finland en Zweden toegestaan gedurende een overgangsperiode die eindigt op 31 december 2011 uit het Oostzeegebied afkomstige en voor consumptie op hun grondgebied bestemde zalm (Salmo salar), haring (Clupea harengus), rivierprik (Lampetra fluviatilis), forel (Salmo trutta), meerforel (Salvelinus spp.) en kleine marene (Coregonus albula) in de handel te brengen met dioxinegehalten en/of gehalten aan dioxinen en dioxineachtige PCB’s tezamen die hoger zijn dan die welke vermeld zijn in punt 5.2 van deel 5 van bijlage I, mits er een systeem bestaat dat waarborgt dat de consumenten ten volle op de hoogte worden gehouden van voedingsaanbevelingen betreffende beperkingen op de consumptie van deze vissoorten uit het Oostzeegebied door kwetsbare bevolkingsgroepen om eventuele gezondheidsrisico's te voorkomen.

1 2 Krankheiten/Erreger Anfällige Arten LISTE I Fische Infektiöse Anämie der Salmonide (ISA) Atlantischer Lachs (Salmo salar) LISTE II Fische Virale hämorrhagische Septikämie (VHS) Salmonidenarten Äsche (Thymallus thymallus) Maräne (Coregonus spp.) Hecht (Esox lucius) Steinbutt (Scophthalmus maximus) Infektiöse hämatopötische Nekrose (IHN) Salmonidenarten Hecht (Esox lucius) Weichtiere/Schalentiere Bonamiase (Bonamia ostreä) Flachauster (Ostrea edulis) Marteilliose (Marteilla refringens) Flachauster (Ostrea edulis) 1 2 Krankheiten/Erreger Anfällige Arten LISTE III Fische Infektiöse Pankreasnekrose (IPN) Frühjahrsvirämie der Karpfen (SVC) Bakterielle Nierenerkrankung (BKD) (Renibacterium salmonidarum) Furunkulose (Äromonas salmonicida) Enterische Rotmaulkrankheit (ERM) (Yersinia ruckeri) Gyrodactylose (Gyrodactylus salaris) Im Programm gemäß den Artikeln 12 und 13 anzugeben" Krebstiere Krebspest (Aphanomyces astaci)
1 2 Ziekten/Ziekteverwekkers Voor de ziekte vatbare soorten LIJST I Vis Infectieuze zalmanemie (ISA) Atlantische zalm (Salmo salar) LIJST II Vis Virale hemorragische septikemie (VHS) Salmonidae Vlagzalm (Thymallus thymallus) Coregonus sp. Snoek (Eso lucius) Tarbot (Scophthalmus maximus) Infectieuze hematopoïetische necrose (IHN) Salmonidae Snoek (Esox lucius) Weekdieren Bonamia ostreae Platte oester (Ostrea edulis) Marteilia refringens Platte oester (Ostrea edulis) 1 2 Ziekten/Ziekteverwekkers Voor de ziekte vatbare soorten LIJST III Vis Infectieuze pancreatische necrose (IPN) Voorjaarsviremie van de karper (SVC) Bacterial Kidney Disease (BKD) (Renibacterium salmonidarum) Furunculose (Aeromonas salmonicida) Enteric redmouth disease (ERM) (Yersinia ruckeri) Gyrodactylus salaris Aan te geven in het in de artikelen 12 en 13 bedoelde programma" Schaaldieren Crayfish plague (Aphanomyces astaci)