spezifische monoklonale Antikörper (insbesondere zum Nachweis von VHSV MAK IP5B11 bzw. IHNV Hyb 136-3) sind in 0,01 M PBST, pH-Wert 7,2, in dem vom Lieferanten der monoklonale Antikörper empfohlenen Verhältnis zu verdünnen; Pro Well werden 50 bis 100 μl der fixierten einschichtigen Zellkultur hinzugefügt, danach werden die Platten für eine Stunde bei 37 °C in feuchter Umgebung inkubiert;
specifieke monoklonale antilichamen (te weten MAb IP5B11 voor het aantonen van VSHV en Hyb 136-3 voor het aantonen van IHNV) worden in 0,01 M PBST, pH 7,2 verdund in de door de leverancier van de monoklonale antilichamen aanbevolen verdunningsverhouding; per welletje wordt 50 tot en met 100 μl aan de gefixeerde monolaag toegevoegd en de platen worden gedurende één uur bij 37 °C in een vochtige kamer geïncubeerd;