Vertaling van "Leads and Lags-Bestimmung " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Leads and Lags-Bestimmung
Termijnenspel

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Während der Vorarbeiten zum vorerwähnten Gesetz vom 15. März 1999 hat der Minister der Finanzen den Abänderungsantrag der Regierung, der der vorerwähnten Bestimmung zugrunde lag, wie folgt begründet:
Tijdens de parlementaire voorbereiding van de voormelde wet van 15 maart 1999 heeft de minister van Financiën het amendement van de Regering dat aan de oorsprong ligt van de voormelde bepaling, in de volgende bewoordingen verantwoord :

Die dem Gesetzgeber durch die klagende Partei vorgeworfene Nachlässigkeit ist auf einen materiellen Irrtum zurückzuführen, denn dessen Absicht bestand gemäss der Begründung des Abänderungsantrags, der der angefochtenen Bestimmung zugrunde lag, tatsächlich darin, auf das Nichtigkeitsverfahren « Artikel 39/73 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 in der im Entwurf vorgesehenen Fassung [.] vollständig (fünf Paragraphen) » zur Anwendung zu bringen (Parl. Dok., Kammer, 2010-2011, DOC 53-0772/004, S. 2).
De door de verzoekende partij aan de wetgever verweten nalatigheid berust op een materiële vergissing, aangezien het voornemen van de wetgever volgens de verantwoording van het amendement dat aan de oorsprong van de bestreden bepaling ligt, wel degelijk erin bestond « artikel 39/73 van de wet van 15 december 1980, zoals voorzien in het ontwerp, [.] in zijn totaliteit (vijf paragrafen) » op het vernietigingscontentieux van toepassing te maken (Parl. St., Kamer, 2010-2011, DOC 53-0772/004, p. 2).

Die Gesetzgebungsabteilung des Staatsrates, die gebeten worden war, ein Gutachten zum Dekretvorentwurf abzugeben, der dem Dekret vom 2. Februar 2007 zugrunde lag, bemerkte zu diesem Titel IV, dass die fragliche Bestimmung nur auf das von der Französischen Gemeinschaft organisierte Unterrichtswesen anwendbar blieb, so dass ein Behandlungsunterschied zwischen einerseits den Personalmitgliedern des subventionierten Unterrichtswesens und andererseits den Personalmitgliedern des von der Französischen Gemeinschaft organisierten Unterrichtswesens bestand (ebenda, S. 159).
De afdeling wetgeving van de Raad van State, die verzocht werd advies uit te brengen over het voorontwerp van decreet dat aan de oorsprong ligt van het decreet van 2 februari 2007, merkte in verband met die titel IV op dat de in het geding zijnde bepaling alleen van toepassing bleef op het door de Franse Gemeenschap ingerichte onderwijs, zodat een verschil in behandeling bestond tussen, enerzijds, de personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en, anderzijds, de personeelsleden van het door de Franse Gemeenschap ingerichte onderwijs (ibid., p. 159).

1. stellt fest, dass das Haushaltsjahr 2005 das erste Haushaltsjahr ist, in dem Mittel bereitgestellt werden müssen, um die Bedürfnisse von 25 Mitgliedstaaten der EU abzudecken; erkennt in diesem Zusammenhang an, wie wichtig die geänderte Finanzielle Vorausschau zur Festlegung der Gesamtbeträge der verfügbaren Mittel ist, besteht auf Grund dieser Bestimmung jedoch darauf, dass die Strukturfonds, die Verkehrspolitik und die Fremdenverkehrspolitik in angemessener Höhe unterstützt werden und dass die Mittel im Einklang mit dem festgestellten Bedarf verteilt und vollständig und effizient gemäß den geltenden Vorschriften sowie den Wünschen der Haushaltsbehörde genutzt werden; weist darauf hin, dass der Rechnungshof in seinem Sonderbericht Nr. 7/2003 über die Durchführung der Programmplanung für die Strukturfondsinterventionen des Zeitraums 2000–2006 behauptet, dass durch die Verwendung veralteter Statistiken einige Regionen Ziel-1-Fördermittel erhalten hätten, obwohl ihr BIP über 75% des Gemeinschaftsdurchschnitts lag; fordert daher die Kommission auf, offizielle Erläuterungen hierzu vorzulegen;
1. stelt vast dat het begrotingsjaar 2005 het eerste begrotingsjaar is waarin kredieten beschikbaar moeten zijn voor de behoeften van de EU van 25 lidstaten; onderkent in deze context het belang van de gewijzigde financiële vooruitzichten met betrekking tot de vaststelling van de totaalbedragen van de beschikbare kredieten, maar benadrukt in het licht hiervan dat er voldoende financiële steun beschikbaar moet zijn voor de Structuurfondsen, het vervoers- en toerismebeleid, en dat deze bedragen moeten worden toegewezen op basis van onderkende behoeften en volledig en efficiënt moeten worden besteed overeenkomstig de geldende wetgeving en de wensen van de begrotingsautoriteit; constateert dat de Rekenkamer in Speciaal verslag nr.7/2003 over de uitvoering van de programmering van de acties in de periode 2000-2006 in het kader van de structuurfondsen, vaststelt dat als er recentere statistieken waren gebruikt, enkele regio’s niet in aanmerking waren gekomen omdat hun BBP hoger is dan 75 % van het communautair gemiddelde; verzoekt de Commissie hierover formele uitleg te geven;

Aus den Vorarbeiten zum früheren Artikel 23 des Gesetzes vom 26. Dezember 1956 geht hervor, dass das einzige Ziel dieser Bestimmung darin lag, die schon in Artikel 48 des Gesetzes vom 30. Mai 1879 vorgesehene Haftungsbefreiung auf die Personen auszudehnen, « die ihre Mitarbeit der Postverwaltung zur Verfügung stellen » (Parl. Dok., Kammer, 1955-1956, Nr. 519/1, S. 8).
Uit de parlementaire voorbereiding van het vroegere artikel 23 van de wet van 26 december 1956 blijkt dat die bepaling als enig doel had de vrijstelling van aansprakelijkheid, waarin artikel 48 van de wet van 30 mei 1879 reeds voorzag, uit te breiden tot de personen « die hun medewerking aan het Bestuur der posterijen verlenen » (Parl. St., Kamer, 1955-1956, nr. 519/1, p. 8).

So wie die klagenden Parteien hervorheben, ist es zwar richtig, dass die angefochtene Bestimmung, indem sie im ersten Absatz den Einrichtungen der Klassen I und II die beanstandete Verpflichtung auferlegt und die Nichteinhaltung dieser Verpflichtung im sechsten Absatz sanktioniert mit « Einziehung der Genehmigung der Klasse II oder III », eine Inkohärenz enthält, die schon im Wortlaut des Abänderungsantrags deutlich wurde, der dieser Bestimmung zugrunde lag (Parl. Dok., Kammer, 1998-1999, Nr. 1795/7, S. 5) und der wahrscheinlich aus einem materiellen Fehler hervorgeht (dieser Irrtum wurde korrigiert als « Textkorrektur » durch den Senatsausschuss, der den Entwurf nach der Kammer untersuchte) (Parl. Dok., Senat, 1998-1999, Nr. 1-419/23, SS. 17 und 19); dieser Irrtum wurde aber nicht im Text selber des Entwurfs korrigiert, der durch diesen Ausschuss angenommen wurde (ebenda, Nr. 1-419/23, S. 23)).
Zoals de verzoekende partijen opmerken, is het weliswaar juist dat de aangevochten bepaling, door in het eerste lid aan de inrichtingen van klasse I en klasse II de betwiste verplichting op te leggen en die in het zesde lid te sanctioneren door « de vergunning klasse II of klasse III in te trekken », een incoherentie bevat die reeds tot uiting kwam in de tekst van het amendement waaruit die bepaling is ontstaan (Parl. St., Kamer, 1998-1999, nr. 1795/7, p. 5) en die waarschijnlijk voortvloeit uit een materiële fout (die vergissing werd gecorrigeerd als « tekstcorrectie » door de Senaatscommissie die het ontwerp onderzocht na de Kamer) (Parl. St., Senaat, 1998-1999, nr. 1-419/23, pp. 17 en 19) maar de vergissing werd niet gecorrigeerd in de tekst zelf van het ontwerp dat door die commissie werd aangenomen (idem, nr. 1-419/23, p. 23)).