Vertaling van "Laubbaum " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Laubbaum
loofboom

Laubbaum [ Buche | Eiche | Eucalyptus | Laubholz ]
loofboom [ beuk | eik | eucalyptus ]

Laubbäume
loofbomen

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Art. 8 - Die zu beachtenden Bedingungen sind die Folgenden: 1° bei den auf landwirtschaftlichen Flächen oder am Rande von landwirtschaftlichen Flächen befindlichen Hecken handelt es sich um ununterbrochene Streifen einheimischer Laubbäume oder -sträucher; 2° die Hecken und die Gehölzstreifen können aus mehreren Abschnitten mit einer jeweiligen Mindestlänge von 10 Metern bestehen; 3° der Beihilfeempfänger verzichtet auf jede Behandlung mit Unkrautvernichtungsmitteln in einem Abstand von weniger als einem Meter von der Basis der Hecke und auf der Hecke und dem Gehölzstreifen selbst, mit Ausnahme von einer lokalen Behandlung gegen Disteln und Ampfer.
Art. 8. De na te leven voorwaarden zijn de volgende : 1° heggen gelegen op landbouwgronden of aan de rand van landbouwgronden zijn doorlopende stroken met inheemse bomen of struiken; 2° heggen en bosstroken kunnen bestaan uit verschillende gedeelten met een minimale lengte van 10 meter elk; 3° de begunstigde gebruikt geen herbiciden op minder dan een meter van de voet van de heg en op de heg of de bosstrook, met uitzondering van plaatselijke bestrijdingen van distel en rumex.

" 4° die Holzschläge und Bäume mit einem geringen Wert sind jene, deren Wert durch den Direktor auf unter 2.500 Euro für die Nadelbäume und 35.000 Euro für die Laubbäume geschätzt wird; " .
" 4° de kappen en bomen van weinig waarde zijn de kappen en bomen met een door de Directeur geschatte waarde van minder dan tweeduizend vijfhonderd euro voor de naaldbomen en vijfendertigduizend euro voor de loofbomen; " .

2° Bei den Hecken handelt es sich um ununterbrochene Streifen einheimischer Laubbäume oder -sträucher.
2° de heggen zijn doorlopende stroken met inheemse bomen of struiken.

b) alleinstehende tote oder lebende einheimische Laubbäume, die in einer Entfernung von mehr als 10 Metern von jeglichem anderen Baum oder Hain oder jeglicher Hecke oder Baumhecke stehen, die einen Umfang von mindestens 40 cm, gemessen auf einer Höhe von 1 m 30, aufweisen;
b) alleenstaande bomen, dood of levend, van een inheemse loofsoort, gelegen op meer dan 10 meter van elke andere boom, heg, bosstrook of bosje, waarvan de omtrek van de stam, gemeten op een hoogte van 1,30 meter, gelijk is aan 40 centimeter of meer;

16° die Bewirtschaftungseinheit " Hainsimsen-Buchenwälder und sonstige nicht differenzierte Laubbäume" , nachstehend " BE temp 3" genannt, besteht aus mindestens einem der folgenden natürlichen Lebensräume und Habitate von Arten:
16° de beheerseenheid " Veldbies-beukenbossen en andere niet-gedifferentieerde loofsoorten " , hierna " UG temp 3 " genoemd, bestaat uit minstens één van de volgende natuurlijke habitats en soorten :

Betrachtet man die Baumarten, so ist auffallend, dass die Laubbäume mit 22,2% deutlicher Schäden inzwischen das Schadniveau der Nadelbäume (24,3% deutliche Schäden) nahezu erreicht haben.
In 1992 is bij de loofbomen reeds bijna evenveel schade geconstateerd als bij de naaldbomen (respectievelijk 22,2% en 24,3% bomen met schade).

1994 wiesen 24.3 % der Laubbäume und 28.0 % der Nadelbäume deutliche Schäden auf.
24,3% van de loofbomen en 28,0% van de naaldbomen vertoonden in 1994 aanzienlijke schade.