47. Forderungen an einen Leasingnehmer im Zusammenhang mit Immobilien-Leasing-Geschäften, bei denen ein Kreditinstitut der Leasinggeber ist und der Leasingnehmer eine Kaufoption hat, können mit einem Risikogewicht von 35 % belegt werden, sofern die zuständigen Stellen davon überzeugt sind, dass die Forderung des Kreditinstituts durch das Eigentum des Leasingnehmers aus der Immobilie umfassend und vollständig gesichert ist.
47. Aan vorderingen op een huurder in het kader van transacties inzake leasing met betrekking tot een niet-zakelijk onroerend goed, volgens welke de kredietinstelling de lessor is en de huurder een koopoptie heeft, wordt een risicogewicht van 35% toegekend, mits de vordering van de kredietinstelling geheel en volledig is gedekt door de eigendom van het onroerend goed.