J. in der Erwägung, dass der originäre Erwerb der Staatsangehörigkeit (ius sanguinis oder ius soli) in den Mitgliedstaaten die üblichste Modalität ist und dass in vielen Staaten auf der Welt neben dem originären Erwerb (ius soli) der abgeleitete Erwerb (Einbürgerung) möglich ist,
J. overwegende dat de toekenning van de nationaliteit op basis van herkomst, hetzij door het bloedrecht (jus sanguinis), hetzij door het bodemrecht (jus soli), in de lidstaten de vaakst gebruikte modaliteit is en vaststellende dat in tal van landen wereldwijd de toekenning van de nationaliteit op basis van herkomst (bodemrecht) wordt gekoppeld aan de verwerving ervan via afgeleide weg (naturalisatie),