Vertaling van "Gutgläubigkeit " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Gutgläubigkeit
goede trouw

Person, bei der unglückliche Umstände und Gutgläubigkeit vorliegen
persoon die ongelukkig en te goeder trouw is

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Bei Gutgläubigkeit des Abgabepflichtigen kann der zuständige Beamte die in § 2 genannten administrativen Geldbußen reduzieren, wenn diese Geldbußen:
In geval van goede trouw door de belastingplichtige kan de bevoegde ambtenaar de in § 2 bedoelde administratieve boetes verminderen indien deze boetes:

Art des Tatbestands in Anbetracht des Schweregrads der Unregelmäßigkeit, die Anlass zur Feststellung der Forderung gegeben hat (Betrug, Wiederholungsfall, Vorsatz, Verletzung der Sorgfaltspflicht, Gutgläubigkeit, offensichtlicher Irrtum).
de aard van de feiten gelet op de ernst van de onregelmatigheid die aanleiding heeft gegeven tot de vaststelling van de schuldvordering (fraude, recidive, opzet, medewerking, goede trouw, kennelijke dwaling).

Außer bei schwerwiegenden Umständen, die besonders zu begründen sind, verkündet das Gericht die Entschuldbarkeit des unglücklichen Konkursschuldners, der aus Gutgläubigkeit gehandelt hat.
Behalve in geval van gewichtige omstandigheden, met bijzondere redenen omkleed, spreekt de rechtbank de verschoonbaarheid uit van de ongelukkige gefailleerde die te goeder trouw handelt.

Artikel 4 § 6 des Betäubungsmittelgesetzes erlaubt es dem Richter, die Einziehung des Instrumentes der Straftat auszusprechen, ungeachtet der Gutgläubigkeit und der Straftatbeteiligung des Dritten, dem dieses Instrument gehört.
Artikel 4, § 6, van de Drugswet staat de rechter toe de verbeurdverklaring uit te spreken van het instrument van het misdrijf, ongeacht de goede trouw en de betrokkenheid bij het misdrijf van de derde aan wie dat instrument toebehoort.

Hier kann man sehen, dass der Begriff der Gutgläubigkeit für diese Frage nicht besonders gut geeignet ist » (Parl. Dok., Kammer, 1996-1997, Nrn. 1073/1-1074/1, SS. 17 und 18).
Zoals men ziet, is het begrip van goede trouw niet bijzonder geschikt voor deze kwesties » (Parl. St., Kamer, 1996-1997, nrs. 1073/1-1074/1, pp. 17 en 18).

a)Art des Tatbestands in Anbetracht des Schweregrads der Unregelmäßigkeit, die Anlass zur Feststellung der Forderung gegeben hat (Betrug, Wiederholungsfall, Vorsatz, Verletzung der Sorgfaltspflicht, Gutgläubigkeit, offensichtlicher Irrtum).
a)de aard van de feiten gelet op de ernst van de onregelmatigheid die aanleiding heeft gegeven tot de vaststelling van de schuldvordering (fraude, recidive, opzet, medewerking, goede trouw, kennelijke dwaling).

Mit dem Gesetz vom 4. September 2002 zur Abänderung des Konkursgesetzes vom 8. August 1997, des Gerichtsgesetzbuches und des Gesellschaftsgesetzbuches bezweckte der Gesetzgeber, die ursprünglichen Zielsetzungen mit noch mehr Effizienz zu erreichen (Parl. Dok., Kammer, 2001-2002, DOC 50-1132/001, S. 1), und hat er eine neue Bedingung eingeführt : Nur ein unglücklicher Konkursschuldner, der aus Gutgläubigkeit gehandelt hat, kann für entschuldbar erklärt werden.
Met de wet van 4 september 2002 tot wijziging van de faillissementswet van 8 augustus 1997, het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van vennootschappen heeft de wetgever beoogd met nog meer doeltreffendheid de oorspronkelijke doelstellingen te bereiken (Parl. St., Kamer, 2001-2002, DOC 50-1132/001, p. 1) en heeft hij een nieuwe voorwaarde ingevoerd : de gefailleerde kan enkel verschoonbaar worden verklaard wanneer hij ongelukkig en te goeder trouw is.

- ist es auch wichtig, einige Bestimmungen über den Ersatz von Auslagen präziser zu gestalten (Artikel 13 und 14), eine Bestimmung über den Ausschluss der Annahme der Gutgläubigkeit bestimmter Eigentümer von gefälschten Waren sowie Bestimmungen zur Zerstörung unrechtmäßiger technischer Vorrichtungen für die Vornahme der Nachahmungen (Artikel 20) einzuführen.
- verder is het noodzakelijk een aantal bepalingen inzake schadevergoeding te concretiseren (artikelen 13 en 14), een bepaling toe te voegen over de uitsluiting van de exceptie van goede trouw door de eigenaren van namaakgoederen en als nieuwe sanctie op te nemen de vernietiging van de onrechtmatige technische middelen die zijn gebruikt om goederen na te maken (artikel 20).

2. « Ist Artikel 157 des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes vereinbar mit dem durch die Artikel 10 und 11 der Verfassung gewährleisteten Gleichheits- und Nichtdiskriminierungsgrundsatz, indem er für die Ärzte weder eine Frist vorsieht für die Rückerstattung der unnötig teueren oder überflüssigen Pflegeleistungen, noch unterschiedliche Rückforderungsfristen vorsieht je nach der Gutgläubigkeit oder Bösgläubigkeit des Pflegeerbringers, während für die anderen Pflegeerbringer oder für die Begünstigten der Pflege wohl eine Verjährungsfrist vorgesehen ist, und die Gut- oder Bösgläubigkeit berücksichtigt wird, damit für die Rückforderung eine unterschiedliche Verjährungsfrist angewandt wird?
2. « Is artikel 157 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 bestaanbaar met het gelijkheidsbeginsel en met het beginsel van het verbod van discriminatie, die bij de artikelen 10 en 11 van de Grondwet worden gewaarborgd, in zoverre het voor de geneesheren niet voorziet in een termijn voor de terugvordering van de onnodig dure of overbodige verstrekkingen, noch in terugvorderingstermijnen die verschillen naar gelang van de goede of van de kwade trouw van de zorgverlener, terwijl voor de andere zorgverleners of voor de rechthebbenden op verzorging in een verjaringstermijn is voorzien en rekening wordt gehouden met de goede of de kwade trouw teneinde voor de terugvordering een verschillende verjaringstermijn toe te passen ?