A (Sohn), B (Vater), C (Grossvater väterlicherseits): A und B, sowie B und C sind verwandt im ersten Grad (in gerader Linie)
Voorbeeld van de berekening van het familieverband A (zoon), B (vader), C (grootvader van vaderskant) : A en B, alsmede B en C zijn verwanten in de eerste graad (in e rechte linie) A en C zijn verwanten in de tweede graad.