2. in der Erwägung, dass die Rückführung der sterblichen Überreste ohne übermäßige Kosten und Verwaltungsvorgänge im Falle des Todes eines Unionsbürgers in einem anderen Land als dem, in dem die Beerdigung bzw. die Einäscherung erfolgen soll, als logische Folge dieses Rechts aller europäischer Bürger, sich im Hoheitsgebiet der Mitgliedstaaten frei zu bewegen und aufzuhalten, betrachtet werden kann;
2. is van mening dat de repatriëring van een stoffelijk overschot zonder buitensporige kosten en administratieve formaliteiten moet kunnen plaatsvinden in geval van overlijden van een EU-burger in een ander land dan het land waar de begrafenis of verassing zal plaatsvinden en dat recht op repatriëring moet worden beschouwd als een afgeleid recht van het recht van elke Europese burger om zich vrij op het grondgebied van de lidstaten te bewegen en er te verblijven;