26. fordert nachdrücklich, dass die Sozialvorschriften der Europäischen Union auf die Beschäftigten angewandt werden, die in den EU-Mitgliedstaaten eingestellt wurden und/oder dort arbeiten, insbesondere die Richtlinien über die Unterrichtung und Anhörung der Arbeitnehmer (2002/14/EG, 98/59/EG und 80/987/EWG), der Richtlinie über die Arbeitszeitorganisation für das fliegende Personal der Zivilluftfahrt (2000/79/EG) und der Richtlinie über die Entsendung von Arbeitnehmern im Rahmen der Erbringung von Dienstleistungen (96/71/EG);
26. is van mening dat de sociale wetgeving van de EU van toepassing dient te zijn op werknemers die in lidstaten worden aangeworven en/of werkzaam zijn, met name de richtlijnen betreffende de voorlichting en de raadpleging van werknemers (2002/14/EG, 98/59/EG en 80/987/EEG), de richtlijn betreffende de organisatie van de arbeidstijd van mobiel personeel in de burgerluchtvaart (2000/79/EG) en de richtlijn betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten (96/71/EG);