(3) Die Besondere Dienststelle jedes Mitgliedstaats übermittelt den Besonderen Dienststellen der anderen Mitgliedstaaten und dem Europäischen Koordinierungsbüro gemäß den von der Kommission im Einvernehmen mit dem Fachausschuß ausgearbeiteten Verfahrensvorschriften die Informationen über die Lebens- und Arbeitsbedingungen sowie über die Arbeitsmarktlage, die geeignet sind, den Arbeitnehmern in den anderen Mitgliedstaaten als Orientierungshilfe zu dienen.
3. De gespecialiseerde dienst van iedere Lid-Staat verstrekt overeenkomstig de door de Commissie na overleg met het Technisch Comité opgestelde procedurevoorschriften aan de gespecialiseerde diensten van de overige Lid-Staten en aan het Europees Coördinatiebureau die inlichtingen betreffende de levensomstandigheden, de arbeidsvoorwaarden en de situatie op de arbeidsmarkt, welke een aanwijzing kunnen verschaffen aan de werknemers in de andere Lid-Staten.