Die Richter und die Generalanwälte leisten vor Aufnahme ihrer Amtstätigkeit in der ersten öffentlichen Sitzung des Gerichtshofs, an der sie nach ihrer Ernennung teilnehmen, folgenden Eid gemäß Artikel 2 der Satzung:
Alvorens hun ambt te aanvaarden leggen de rechters en de advocaten-generaal op de eerste openbare terechtzitting van het Hof die zij na hun benoeming bijwonen, de volgende eed als genoemd in artikel 2 van het Statuut af: