28. anerkennt, dass „die demokratische Eigenverantwortung“ keine Einbahnstraße darstellt und bekräftigt die Legitimität wirtschaftspolitischer Bedingungen im Interesse der Steuerzahler der Mitgliedstaaten, wie in den Prioritäten ihrer Regierungen festgelegt;
28. beseft dat "democratische zeggenschap" een mes is dat aan twee kanten snijdt, en houdt vast aan de legitimiteit van economische conditionaliteit in het belang van de belastingbetalers van de lidstaten, waaraan uiting wordt gegeven in de prioriteiten van hun regeringen;