3° er wird durch einen Absatz mit folgendem Wortlaut ergänzt: "Le Gouvernement arrête les délégations de pouvoir accordées au commissaire général au tourisme et, sur délégation expresse ou en cas d'incapacité de celui-ci, au commissaire général adjoint".
3° het lid wordt aangevuld met volgend lid : "De Regering bepaalt de delegaties van bevoegdheid die aan de Commissaris-generaal voor toerisme en, uitdrukkelijk of bij ongeschiktheid van laatstgenoemde, aan de Adjunct-commissaris-generaal worden verleend".