Vertaling van "Durchschnittlicher Stundenlohn " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

durchschnittlicher Stundenlohn
gemiddeld uurloon

Stundenentgelt | Stundenlohn | Stundenlöhne | Stundenverdienste | Zeitlohn
tijdloon | uurloon

Stundenlohn
uurloon

durchschnittlicher Tagesverkehr | durchschnittlicher täglicher Verkehr | DTV [Abbr.]
gemiddelde etmaalintensiteit | GEI [Abbr.]

durchschnittliche Grenzkosten | langfristige durchschnittliche zusätzliche Kosten | LRAIC [Abbr.]
gemiddelde incrementele langetermijnkosten | LRAIC [Abbr.]

Stundenlohn
uurloon [ betaling per uur ]

maximale durchschnittliche Arbeitszeit
gemiddelde maximum arbeidsduur

Durchschnittlicher Kapitalkostensatz
Gewogen Gemiddelde Kapitaalkost | Gewogen gemiddelde kapitaalkostenvoet | GGK

Erzeugerpreis [ durchschnittlicher Erzeugerpreis ]
productieprijs [ gemiddelde productieprijs | produktieprijs ]

Durchschnittspreis [ durchschnittlicher Preis | mittlerer Preis ]
middenprijs

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Durchschnittliche Stundenlöhne in US-Dollars für Produktionsarbeiter in der Industrie, zu Geldmarktpreisen, 2002. Quelle: OECD (2005); die folgenden Quellen werden zitiert: Datenbank OECD STAN und U.S. Department of Labor, Bureau of Labor Statistics, Foreign Labor Statistics, November 2004; allerdings handelt es sich bei den Lohndaten für Indien um Schätzungen, die auf Daten aus den Jahren 2001 und 2003 von Oxford Economic Forecasting beruhen.
Bron: OESO (2005), waarin de volgende bronnen worden aangehaald: STAN-database van OESO en Foreign Labor Statistics van het Bureau of Labor Statistics van het Department of Labor, Verenigde Staten. De loongegevens voor India zijn gebaseerd op de gegevens over 2001 en 2003 van Oxford Economic Forecasting.

Heute liegt der durchschnittliche Stundenlohn von Frauen in Europa um 16,3 Prozentpunkte unter dem von Männern.
Momenteel krijgen vrouwen per uur gemiddeld 16,3 % minder betaald dan mannen. De Europese Dag voor gelijke beloning valt dit jaar op 3 november.

L. in der Erwägung, dass der durchschnittliche Stundenlohn von Frauen unter 30 92% des Stundenlohns von Männern beträgt, und 67,5% in der Altersgruppe der 50-59-Jährigen , und das Lohngefälle zwischen den Geschlechtern in der EU durchschnittlich immer noch 17,5% beträgt;
L. overwegende dat het gemiddelde uurloon van vrouwen onder de 30 92% bedraagt van dat van mannen en 67,5% in de leeftijdsgroep tussen 50 en de 59 , en dat het gemiddelde salarisverschil tussen mannen en vrouwen in de EU nog altijd maar liefst 17,5% bedraagt,

L. in der Erwägung, dass der durchschnittliche Stundenlohn von Frauen unter 30 92% des Stundenlohns von Männern beträgt, und 67,5% in der Altersgruppe der 50-59-Jährigen, und das Lohngefälle zwischen den Geschlechtern in der EU durchschnittlich immer noch 17,5% beträgt;
L. overwegende dat het gemiddelde uurloon van vrouwen onder de 30 92% bedraagt van dat van mannen en 67,5% in de leeftijdsgroep tussen 50 en de 59, en dat het gemiddelde salarisverschil tussen mannen en vrouwen in de EU nog altijd maar liefst 17,5% bedraagt,

30. weist darauf hin, dass die durchschnittliche Frauenbeschäftigungsquote mehr als 18 Prozent unter der für Männer liegt, dass auf dem Arbeitsmarkt nach wie vor eine starke Segregation zu verzeichnen ist und dass Frauen durchschnittlich 76 Prozent des Stundenlohns von Männern erhalten; bedauert es deshalb, dass die Mitgliedstaaten dem Pfeiler Chancengleichheit in ihren nationalen Aktionsplänen für Beschäftigung während des Jahres 2001 im Vergleich zum Vorjahr weniger Bedeutung beigemessen haben und dass es in vielen Mitgliedstaaten noch keine kohärente und umfassende Strategie für die Verwirklichung des Gleichstellungsansatzes im Rahmen aller vier Aktionsschwerpunkte gibt;
30. wijst erop dat de participatiegraad van vrouwen gemiddeld 18% lager ligt dan die van mannen, dat de segregatie op de arbeidsmarkt nog altijd groot is en dat vrouwen gemiddeld 76% van het uurloon van mannen verdienen; betreurt daarom dat de lidstaten in vergelijking met het voorgaande jaar in 2001 minder nadruk hebben gelegd op gelijke kansen in hun nationale actieplannen voor de werkgelegenheid en dat een coherente en allesomvattende strategie voor de toepassing van gendermainstreaming in alle vier de pijlers in veel lidstaten nog altijd ontbreekt;

29. weist darauf hin, dass die durchschnittliche Frauenbeschäftigungsquote mehr als 18 Prozent unter der für Männer liegt, dass auf dem Arbeitsmarkt nach wie vor eine starke Segregation zu verzeichnen ist und dass Frauen durchschnittlich 76 Prozent des Stundenlohns von Männern erhalten; bedauert es deshalb, dass die Mitgliedstaaten dem Pfeiler Chancengleichheit in ihren nationalen Aktionsplänen für Beschäftigung während des Jahres 2001 im Vergleich zum Vorjahr weniger Bedeutung beigemessen haben und dass es in vielen Mitgliedstaaten noch keine kohärente und umfassende Strategie für die Verwirklichung des Gleichstellungsansatzes im Rahmen aller vier Aktionsschwerpunkte gibt;
29. wijst erop dat de participatiegraad van vrouwen gemiddeld 18% lager ligt dan die van mannen, dat de segregatie op de arbeidsmarkt nog altijd groot is en dat vrouwen gemiddeld 76% van het uurloon van mannen verdienen; betreurt daarom dat de lidstaten in vergelijking met het voorgaande jaar in 2001 minder nadruk hebben gelegd op gelijke kansen in hun nationale actieplannen voor de werkgelegenheid en dat een coherente en allesomvattende strategie voor de toepassing van gendermainstreaming in alle vier de pijlers in veel lidstaten nog altijd ontbreekt;

1. weist darauf hin, dass die durchschnittliche Frauenbeschäftigungsquote mehr als 18 Prozent unter der für Männer liegt, dass auf dem Arbeitsmarkt nach wie vor eine starke Segregation zu verzeichnen ist und dass Frauen durchschnittlich 76 Prozent des Stundenlohns von Männern erhalten; bedauert es deshalb, dass die Mitgliedstaaten dem Pfeiler Chancengleichheit in ihren nationalen Aktionsplänen für Beschäftigung während des Jahres 2001 im Vergleich zum Vorjahr weniger Bedeutung beigemessen haben und dass es in vielen Mitgliedstaaten noch keine kohärente und umfassende Strategie für die Verwirklichung des Gleichstellungsansatzes im Rahmen aller vier Aktionsschwerpunkte gibt;
1. wijst erop dat de participatiegraad van vrouwen gemiddeld 18% lager ligt dan die van mannen, dat de segregatie op de arbeidsmarkt nog altijd groot is en dat vrouwen gemiddeld 76% van het uurloon van mannen verdienen; betreurt daarom dat de lidstaten in vergelijking met het voorgaande jaar in 2001 minder nadruk hebben gelegd op gelijke kansen in hun nationale actieplannen voor de werkgelegenheid en dat een coherente en allesomvattende strategie voor de toepassing van gendermainstreaming in alle vier de pijlers in veel lidstaten nog altijd ontbreekt;