8. ist der Auffassung, dass die Prävention, die Aufdeckung und die Verfolgung terroristischer Aktivitäten zu den zentralen Maßnahmen auf EU-Ebene zählen und Teil eines systematischen Ansatzes sein müssen, der weniger auf Ausnahmeregelungen als auf einer kohärenten, an den Notwendigkeiten orientierten Strategie beruht, der zudem kosteneffizient und zweckorientiert ist und mit dem Doppelung sowie Zweckentfremdung von Maßnahmen seitens der zuständigen Behörden, Agenturen und Stellen vermieden werden;
8. is van mening dat preventie, opsporing en vervolging van terroristische activiteiten tot het centrale beleid op EU-niveau behoren en deel moeten uitmaken van een systematische benadering, die niet berust op noodbepalingen maar op een coherente, van noodzakelijkheid uitgaande strategie, dat zij doeltreffend en kostenefficiënt moeten zijn en dat hierbij dubbel werk en functieverschuiving („function creep”) bij bevoegde instellingen, agentschappen en organen moeten worden voorkomen;
