So ist der Bevölkerungsanteil mit niedrigem Bildungsniveau gegenüber 1999 von 33% auf 31,5% zurückgegangen, während derjenige mit mittlerem bzw. hohem Bildungsniveau von 47,6% auf 48,3% bzw. von 19,4% auf 20,2% angestiegen ist (Karten 10 a, b und c mit den einzelnen Bildungsniveaus im Jahre 2000).
Ten opzichte van de gegevens over 1999 blijkt namelijk dat het deel van de bevolking met een laag opleidingsniveau is afgenomen van 33 naar 31,5%, terwijl het deel met een middelbare of hogere opleiding is gestegen van 47,6 naar 48,3%, respectievelijk van 19,4 naar 20,2% (kaarten 10 a, b en c - Onderwijsniveau in 2000).