5.5.3. Wenn vom Hersteller nichts anderes angegeben ist, muß die Rückenlehne so eingestellt werden, daß die Bezugslinie des Rumpfes des dreidimensionalen H-Punkt-Apparates nach hinten einen Winkel von 25 ± 1° mit der Senkrechten bildet.
5.5.3. tenzij anderszins aangegeven door de fabrikant moet de rugleuning in een zodanige stand worden geplaatst dat de torsoreferentielijn van het driedimensionale H-puntinstrument een hoek van 25 ± 1° achterwaarts met de verticaal maakt.