Vertaling van "Außergewöhnlicher Aufschubgläubiger " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

außergewöhnlicher Aufschubgläubiger
buitengewone schuldeiser in de opschorting

außergewöhnlich langes Ladegut | Ladegut von außergewöhnlicher Länge
goederen met buitengewone lengte | voorwerp met buitengewone lengte

geplante außergewöhnliche Strahlenexposition | gewollte außergewöhnliche Bestrahlung
bewust aanvaarde uitzonderlijke blootstelling

außergewöhnlicher Endgebührenanteil | außergewöhnlicher Endvergütungsanteil | außerordentlicher End-Taxanteil
supplementaire bestellingskwota

Aufschubgläubiger
schuldeiser in de opschorting

gewöhnlicher Aufschubgläubiger
gewone schuldeiser in de opschorting

Außergewöhnlicher öl | Sanderöl
Propergol

außergewöhnliche Abgabe [ Ergänzungsabgabe | Konjunkturabgabe ]
buitengewone belasting [ conjunctuurheffing ]

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Die « Person, die Inhaber einer gewöhnlichen aufgeschobenen Schuldforderung ist » ist ein « gewöhnlicher Aufschubgläubiger » (Artikel 2 Buchstabe g) desselben Gesetzes), während die « Person, die Inhaber einer außergewöhnlichen aufgeschobenen Schuldforderung ist » ein « außergewöhnlicher Aufschubgläubiger » ist (Artikel 2 Buchstabe h) desselben Gesetzes).
De « persoon die titularis is van een gewone schuldvordering in de opschorting » is een « gewone schuldeiser in de opschorting » (artikel 2, g), van dezelfde wet), terwijl « de persoon die titularis is van een buitengewone schuldvordering in de opschorting » een « buitengewone schuldeiser in de opschorting » is (artikel 2, h), van dezelfde wet).

Das Pfand, das dem Gläubiger das Statut als außergewöhnlicher Aufschubgläubiger und folglich den sich aus Artikel 50 Absatz 3 des Gesetzes vom 31. Januar 2009 ergebenden Vorteil gewährt, ist eine Vereinbarung, die jeder Gläubiger seinem Schuldner nach freiem Ermessen vorschlagen kann, um die Zahlung der Schuld des Letztgenannten zu garantieren.
Het pand, dat aan de schuldeiser het statuut van buitengewone schuldeiser in de opschorting en bijgevolg het voordeel dat voortvloeit uit artikel 50, derde lid, van de wet van 31 januari 2009 toekent, is een overeenkomst die elke schuldeiser vrij kan voorstellen aan zijn schuldenaar teneinde de betaling van de schuld van die laatstgenoemde te waarborgen.

Der Fiskus muss hingegen als ein außergewöhnlicher Aufschubgläubiger angesehen werden, wenn die Schuldforderung durch eine Hypothekeneintragung gewährleistet ist (Ann., Senat, 18. März 2010, Nr. 4-116, S. 118).
De fiscus moet daarentegen als een buitengewone schuldeiser in de opschorting worden beschouwd als de schuldvordering is gewaarborgd door een hypothecaire inschrijving (Hand., Senaat, 18 maart 2010, nr. 4-116, p. 118).