Zweitens sei der Beschluss hinsichtlich der pauschalen Berichtigung in Höhe von 2 %, weil es unter Verstoß gegen Art. 28 Abs. 1 der Verordnung Nr. 796/2004 (1) generell Unzulänglichkeiten bei der Rückverfolgbarkeit der AUM-Kontrollberichte gegeben habe, auf der Grundlage eines Tatsachenirrtums erlassen worden und entbehre jedenfalls einer Begründung.
Met haar tweede grond voor nietigverklaring klaagt de Helleense Republiek dat het besluit over de oplegging van een forfaitaire correctie van 2 %, vanwege de geconstateerde algemene gebreken bij de traceerbaarheid van de controleverslagen voor de agromilieumaatregelen in strijd met artikel 28, lid 1, van verordening nr. 796/2004 van de Commissie (1), is vastgesteld op basis van feitelijke vergissingen en hoe dan ook niet is gemotiveerd.