Bei der Anwendung der in dieser Richtlinie festgelegten Grundsätze für eine solide Vergütungspolitik und -praxis sollten die Mitgliedstaaten den in der Empfehlung 2009/384/EG der Kommission enthaltenen Grundsätzen, der Arbeit des Rates für Finanzstabilität und der Zusage der G20 zur Minderung der Risiken im Finanzdienstleistungssektor Rechnung tragen.
Bij het toepassen van de bij deze verordening neergelegde beginselen voor een goed beloningsbeleid en goede beloningspraktijken dienen de lidstaten rekening te houden met de in Aanbeveling 2009/384/EG van de Commissie vervatte beginselen, met de werkzaamheden van de Raad voor de financiële stabiliteit (Financial Stability Board — FSB) en met de afspraken in G20-verband om het risico in de financiële dienstverlening te beperken.