Da die Kuevette 2 μg bis 50 μg D-Malat enthalten muß, sollte der Wein so verdünnt werden, daß die D-Malatkonzentration zwischen 0,02 und 0,5 g/l (Messung bei 365 nm) oder 0,02 und 0,3 g/l (Messung bei 340, 334 nm) liegt.
Aangezien de hoeveelheid D-malaat in de cuvet tussen 2 μg en 50 μg moet zijn, moet de wijn op zodanige wijze worden verdund dat het malaatgehalte tussen 0,02 en 0,5 g/l of 0,02 en 0,3 g/l komt te liggen (naar gelang van de gebruikte apparatuur).