3. Stellt sich bei Anträgen auf die Zusatzprämie heraus, dass weniger als 50 % der landwirtschaftlich genutzten Fläche des betreffenden Betriebs in Gebieten gemäß Artikel 114 Absatz 1 der Verordnung (EG) Nr. 1782/2003 liegen, wird keine Zusatzprämie gezahlt und die Mutterschaf- und Ziegenprämie um einen Betrag in Höhe von 50 % der Zusatzprämie gekürzt.
3. Indien ten aanzien van aanvragen om de aanvullende premie wordt vastgesteld dat minder dan 50 % van de oppervlakte cultuurgrond van het bedrijf ligt in gebieden als bedoeld in artikel 114, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1782/2003, wordt de aanvullende premie niet betaald en wordt de ooien- en geitenpremie verlaagd met een bedrag dat overeenkomt met 50 % van de aanvullende premie.