Traduction de «1991 geteilt » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

geteilte Mittelverwaltung | geteilter Hauhaltsvollzug
gedeeld beheer | gedeelde uitvoering

mit anderen geteilte Aufmerksamkeit
delen van aandacht

Geteilter Fischbestand
Gedeelde bestanden

geteilte Aufmerksamkeit
verdelen van aandacht

geteilter Dienst
gedeelde dienst

geteiltes Eigentum
mede-eigendom | medeëigendom

geteilte Verantwortung
gedeelde verantwoordelijkheid | gezamenlijke verantwoordelijkheid

Jobsharing [ geteilter Arbeitsplatz ]
gedeelde arbeidsplaats

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

1. für die Steuerjahre 2015 bis 2018 mit dem Koeffizienten, der erhalten wird, indem der Durchschnittswert der Preisindexe des Jahres 2012 durch den Durchschnittswert der Preisindexe des Jahres 1988, multipliziert mit dem Verhältnis zwischen den Durchschnittswerten der Preisindexe der Jahre 1997 und 1991, geteilt wird,
1° voor de aanslagjaren 2015 tot 2018 met de coëfficiënt die wordt verkregen door het gemiddelde van de indexcijfers van het jaar 2012 te delen door het gemiddelde van de indexcijfers van het jaar 1988 vermenigvuldigd met de verhouding tussen de gemiddelden van de indexcijfers van de jaren 1997 en 1991;

2. für die Steuerjahre 2000 und folgende mit dem Koeffizienten [1,5222 für das Steuerjahr 2015], der erhalten wird, indem der Durchschnittswert der Preisindexe des Jahres vor dem Jahr der Einkünfte durch den Durchschnittswert der Preisindexe des Jahres 1988, multipliziert mit dem Verhältnis zwischen den Durchschnittswerten der Preisindexe der Jahre 1997 und 1991, geteilt wird.
2° voor de aanslagjaren 2000 en volgende met de coëfficiënt [1,5222 voor het jaar 2015] die wordt verkregen door het gemiddelde van de indexcijfers van het jaar dat het jaar van de inkomsten voorafgaat, te delen door het gemiddelde van de indexcijfers van het jaar 1988 vermenigvuldigd met de verhouding tussen de gemiddelden van de indexcijfers van de jaren 1997 en 1991.

2. für die Steuerjahre 2019 und folgende mit dem Koeffizienten, der erhalten wird, indem der Durchschnittswert der Preisindexe des Jahres vor dem Jahr der Einkünfte durch den Durchschnittswert der Preisindexe des Jahres 1988, multipliziert mit dem Verhältnis zwischen den Durchschnittswerten der Preisindexe der Jahre 1997 und 1991 und mit dem Verhältnis zwischen den Durchschnittswerten der Preisindexe der Jahre 2016 und 2012, geteilt wird.
2° voor de aanslagjaren 2019 en volgende door het gemiddelde van de indexcijfers van het jaar dat het jaar van de inkomsten voorafgaat, te delen door het gemiddelde van de indexcijfers van het jaar 1988 vermenigvuldigd met de verhouding tussen de gemiddelden van de indexcijfers van de jaren 1997 en 1991 en met de verhouding tussen de gemiddelden van de indexcijfers van de jaren 2016 en 2012.

1. für die Steuerjahre 1994 bis 1999 mit dem Koeffizienten, der erhalten wird, indem der Durchschnittswert der Preisindexe des Jahres 1991 durch den Durchschnittswert der Preisindexe des Jahres 1988 geteilt wird,
1° voor de aanslagjaren 1994 tot 1999 met de coëfficiënt die wordt verkregen door het gemiddelde van de indexcijfers van het jaar 1991 te delen door het gemiddelde van de indexcijfers van het jaar 1988;

2. für die Steuerjahre 2019 und folgende mit dem Koeffizienten, der erhalten wird, indem der Durchschnittswert der Preisindexe des Jahres vor dem Jahr der Einkünfte durch den Durchschnittswert der Preisindexe des Jahres 1988, multipliziert mit dem Verhältnis zwischen den Durchschnittswerten der Preisindexe der Jahre 1997 und 1991 und mit dem Verhältnis zwischen den Durchschnittswerten der Preisindexe der Jahre 2016 und 2012, geteilt wird'.
2° voor de aanslagjaren 2019 en volgende door het gemiddelde van de indexcijfers van het jaar dat het jaar van de inkomsten voorafgaat, te delen door het gemiddelde van de indexcijfers van het jaar 1988 vermenigvuldigd met de verhouding tussen de gemiddelden van de indexcijfers van de jaren 1997 en 1991 en met de verhouding tussen de gemiddelden van de indexcijfers van de jaren 2016 en 2012'.

« Verstösst Artikel 35quater § 1 Nr. 2 des Dekrets vom 29. [zu lesen ist : 21.] Dezember 1990 [zur Festlegung von haushaltstechnischen Bestimmungen sowie von Bestimmungen zur Begleitung des Haushalts 1991] gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern wegen der Aufnahme des Korrekturfaktors d davon ausgegangen wird, dass im Dauerbetrieb arbeitende Unternehmen, die während mehr als 225 Tagen Abwässer einleiten, nicht mehr als 225 Kalendertage pro Jahr Abwässer einleiten, ihre jährlich eingeleitete Abwassermenge infolgedessen durch 225 statt durch 365 geteilt wird, ihre durchschnittliche Tagesmenge fiktiv höher liegt als bei Unternehmen, die während 225 Tagen und weniger als 225 Tagen arbeiten, und somit zwischen beiden Kategorien von Unternehmen eine Diskriminierung entsteht?
« Schendt artikel 35quater, § 1, 2°, van het Decreet van 29 [lees : 21] december 1990 [houdende begrotingstechnische bepalingen alsmede bepalingen tot begeleiding van de begroting 1991] de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre door de opname van correctiefactor d, continu werkende ondernemingen die meer dan 225 dagen lozen worden geacht niet meer dans 225 kalenderdagen per jaar te lozen, hun jaarlijkse hoeveelheid geloosd afvalwater hierdoor wordt gedeeld door 225 in plaats van 365, hun gemiddeld dagelijks debiet fictief hoger komt te liggen dan dat van ondernemingen die 225 dagen en minder dan 225 dagen werken en er aldus een discriminatie ontstaat tussen beide categorieën van ondernemingen ?

Mit der präjudiziellen Frage wird bezweckt, vom Hof zu vernehmen, ob Artikel 35quater § 1 Nr. 2 des Gesetzes vom 26. März 1971 über den Schutz des Oberflächenwassers gegen Verschmutzung, eingefügt durch Artikel 69 des Dekrets der Flämischen Region vom 21. Dezember 1990 « zur Festlegung von haushaltstechnischen Bestimmungen sowie von Bestimmungen zur Begleitung des Haushalts 1991 » (Belgisches Staatsblatt, 29. Dezember 1990), gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstosse, insofern wegen der Aufnahme des Korrekturfaktors d davon ausgegangen werde, dass im Dauerbetrieb arbeitende Unternehmen, die während mehr als 225 Tagen Abwässer einleiteten, nicht mehr als 225 Kalendertage pro Jahr Abwässer einleiteten, ihre jährlich eingeleitete Abwassermenge infolgedessen durch 225 statt durch 365 geteilt werde, ihre durchschnittliche Tagesmenge fiktiv höher liege als bei Unternehmen, die während 225 Tagen und weniger arbeiteten, und somit zwischen beiden Kategorien von Unternehmen eine Diskriminierung entstehe.
De prejudiciële vraag strekt ertoe van het Hof te vernemen of artikel 35quater, § 1, 2°, van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging, zoals ingevoegd bij artikel 69 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 21 december 1990 « houdende begrotingstechnische bepalingen alsmede bepalingen tot begeleiding van de begroting 1991 » (Belgisch Staatsblad , 29 december 1990), de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt in zoverre door de opname van correctiefactor d, continu werkende ondernemingen die meer dan 225 dagen lozen, worden geacht niet meer dan 225 kalenderdagen per jaar te lozen, hun jaarlijkse hoeveelheid geloosd afvalwater hierdoor wordt gedeeld door 225 in plaats van door 365, hun gemiddeld dagelijks debiet fictief hoger komt te liggen dan dat van ondernemingen die 225 dagen en minder werken en er aldus een discriminatie ontstaat tussen beide categorieën van ondernemingen.

« Verstösst Artikel 35quater § 1 Nr. 2 des Dekrets vom 29. [zu lesen ist: 21.] Dezember 1990 [zur Festlegung von haushaltstechnischen Bestimmungen sowie von Bestimmungen zur Begleitung des Haushalts 1991] gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern wegen der Aufnahme des Korrekturfaktors d davon ausgegangen wird, dass im Dauerbetrieb arbeitende Unternehmen, die während mehr als 225 Tagen Abwässer einleiten, nicht mehr als 225 Kalendertage pro Jahr Abwässer einleiten, ihre jährlich eingeleitete Abwassermenge infolgedessen durch 225 statt durch 365 geteilt wird, ihre durchschnittliche Tagesmenge fiktiv höher liegt als bei Unternehmen, die während 225 Tagen und weniger als 225 Tagen arbeiten, und somit zwischen beiden Kategorien von Unternehmen eine Diskriminierung entsteht?
« Schendt artikel 35quater, § 1, 2°, van het Decreet van 29 [lees : 21] december 1990 [houdende begrotingstechnische bepalingen alsmede bepalingen tot begeleiding van de begroting 1991] de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre door de opname van correctiefactor d, continu werkende ondernemingen die meer dan 225 dagen lozen worden geacht niet meer dans 225 kalenderdagen per jaar te lozen, hun jaarlijkse hoeveelheid geloosd afvalwater hierdoor wordt gedeeld door 225 in plaats van 365, hun gemiddeld dagelijks debiet fictief hoger komt te liggen dan dat van ondernemingen die 225 dagen en minder dan 225 dagen werken en er aldus een discriminatie ontstaat tussen beide categorieën van ondernemingen ?