Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Aeusserung
Ansprache
Art zu sprechen
Aussprache
Dialekt
Gespraech
Konversation
Lage der Union
Parlamentarische Rede
Parlamentsdebatte
Rede
Rede zur Lage der Union
Rede-
Rede-Coach
Redekunst
Reden
Redezeit
Rhetorik-Coach
Rhetorik-TrainerIn
Sinn der ursprünglichen Rede beibehalten
Sitzungsprotokoll
Sprech-
Sprech-oder Ausdrucksweise
Sprechen
Sprechfaehigkeit
Sprechvermoegen
Stenografisches Protokoll
Stenographisches Protokoll
Vortrag

Vertaling van "11 rede " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE
Rede-Trainer/in | Rhetorik-Coach | Rede-Coach | Rhetorik-TrainerIn

coach spreken voor een groep | trainer spreken in het openbaar | coach spreken in het openbaar | trainer spreken voor een groep


Aeusserung | Art zu sprechen | Dialekt | Gespraech | Konversation | Rede | Rede- | Redekunst | Reden | Sprech- | Sprechen | Sprechfaehigkeit | Sprech-oder Ausdrucksweise | Sprechvermoegen | Vortrag

spraak | taal




Parlamentsdebatte [ Aussprache | parlamentarische Rede | Redezeit | Sitzungsprotokoll | stenografisches Protokoll | stenographisches Protokoll ]

parlementsdebat [ beraadslaging van het Parlement | parlementaire interventie | spreektijd | verslag van de vergadering ]


Sinn der ursprünglichen Rede beibehalten

betekenis van de oorspronkelijke toespraak behouden | betekenis van de oorspronkelijke toespraak handhaven


Lage der Union | Rede zur Lage der Union

State of the Union


IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Der vorlegende Richter fragt, ob die in Rede stehenden Bestimmungen in dieser Auslegung vereinbar seien mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 16 der Verfassung und Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zur Europäischen Menschenrechtskonvention sowie Artikel 14 derselben Konvention.

De verwijzende rechter vraagt of de in het geding zijnde bepalingen, in die interpretatie, verenigbaar zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 16 van de Grondwet en met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en artikel 14 van hetzelfde Verdrag.


In der zweiten Vorabentscheidungsfrage wird der Gerichtshof gebeten, sich zur Vereinbarkeit der in Rede stehenden Bestimmungen mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung zu äußern, insofern sie einem Richter im Gerichtsbezirk Eupen eine funktionale Mobilität durch eine subsidiäre Ernennung an den anderen Gerichten des Gerichtsbezirks auferlegen würden, während alle anderen Fälle der vom Gesetzgeber geregelten funktionalen Mobilität das Einverständnis des betreffenden Magistrats bedürften.

In de tweede prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van de in het geding zijnde bepalingen, in zoverre zij een rechter, in het gerechtelijk arrondissement Eupen, een functionele mobiliteit opleggen door een benoeming in subsidiaire orde in de andere rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement, terwijl alle andere gevallen van door de wetgever geregelde functionele mobiliteit de instemming van de desbetreffende magistraat zouden vereisen.


In der dritten Vorabentscheidungsfrage wird der Gerichtshof gebeten, sich zur Vereinbarkeit der in Rede stehenden Bestimmungen mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 151 derselben zu äußern, « indem die Antragstellerin, ohne vorher kandidiert zu haben und ohne, dass der hohe Justizrat seine verfassungsmäßige Rolle übernehmen konnte, an einem Posten ernannt werden kann, wobei alle anderen Richter, die ihre Funktion ändern, hierfür kandidiert haben müssen und die, in Anwendung der Verfassung ausgeführten Prozedur befolgen müssen ».

In de derde prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11, in samenhang gelezen met artikel 151, van de Grondwet, van de in het geding zijnde bepalingen « doordat de verzoekende partij, zonder zich vooraf kandidaat te hebben gesteld en zonder dat de Hoge Raad voor de Justitie zijn grondwettelijke rol kon vervullen, in een post kan worden benoemd, waarbij alle andere rechters die van functie veranderen, zich hiervoor kandidaat hebben moeten stellen en de met toepassing van de Grondwet ten uitvoer gelegde procedure hebben moeten volgen ».


Der vorlegende Richter fragt, ob die in Rede stehende Bestimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, insofern sie « zur Folge hat, dass eine Person, die sich in einem Zustand des gesetzlichen Rückfalls im Sinne von Artikel 56 Absatz 2 des Strafgesetzbuches befindet und durch das Korrektionalgericht wegen eines mit Zuchthausstrafe von fünfzehn bis zu zwanzig Jahren bedrohten Verbrechens, das korrektionalisiert worden ist, verurteilt wird, eine bedingte Freilassung erst dann beanspruchen kann, wenn sie zwei Drittel ihrer Strafe verbüßt hat, während eine Person, die wegen des gleichen Verbrechens, das unter den gleichen ...[+++]

De verwijzende rechter vraagt of de in het geding zijnde bepaling bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij « tot gevolg heeft dat een persoon die zich in staat van wettelijke herhaling bevindt in de zin van artikel 56, tweede lid, van het Strafwetboek en die door de correctionele rechtbank wordt veroordeeld wegens een met opsluiting van vijftien tot twintig jaar strafbare misdaad die is gecorrectionaliseerd, pas aanspraak kan maken op een voorwaardelijke invrijheidstelling nadat hij twee derden van zijn straf heeft ondergaan, terwijl een persoon die wegens dezelfde misdaad die in dezelfde omstandigheden is gepleegd, naar het hof van assisen is verwezen en die tot een criminele straf wordt ver ...[+++]


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Der vorlegende Richter fragt, ob die in Rede stehende Bestimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, insofern die darin enthaltenen Verpflichtungen und Sanktionen nur auf gebührenpflichtige SMS-Dienste Anwendung fänden, unter Ausschluss der nicht gebührenpflichtigen SMS-Dienste.

De verwijzende rechter vraagt of de in het geding zijnde bepaling bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de daarin vervatte verplichtingen en sancties enkel van toepassing zijn op betalende sms-diensten, met uitsluiting van niet-betalende sms-diensten.


Zur Beantwortung der Vorabentscheidungsfragen hat der Gerichtshof noch zu prüfen, ob die in Rede stehende Bestimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar ist, insofern sie dem in erster Instanz freigesprochenen Angeklagten und dem zivilrechtlich Haftenden keine Verfahrensentschädigung in der Berufungsinstanz zu Lasten der Zivilpartei, die, obwohl sie die Strafverfolgung nicht selbst in Gang gesetzt hat, in Ermangelung jeder Rechtsmitteleinlegung seitens der Staatsanwaltschaft Berufung eingelegt hat, gewährt.

Om de prejudiciële vragen te beantwoorden dient het Hof nog na te gaan of de in het geding zijnde bepaling bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre zij geen rechtsplegingsvergoeding in hoger beroep toekent aan de in eerste aanleg vrijgesproken beklaagde en aan de burgerrechtelijk aansprakelijke, ten laste van de burgerlijke partij die, hoewel zij niet zelf de strafvordering op gang heeft gebracht, hoger beroep heeft ingesteld bij ontstentenis van enig beroep van het openbaar ministerie.


Der vorlegende Richter fragt den Gerichtshof, ob die in Rede stehende Bestimmung, ausgelegt in dem Sinne, dass es dem Richter nicht erlaubt sei, bei der Bestimmung der Enteignungsentschädigung die zu erwartenden Sanierungskosten in Abzug zu bringen, mit den Artikeln 10, 11 und 16 der Verfassung vereinbar sei.

De verwijzende rechter vraagt het Hof of de in het geding zijnde bepaling, in de interpretatie dat het de rechter niet is toegestaan om bij de bepaling van de onteigeningsvergoeding de te verwachten saneringskosten in mindering te brengen, bestaanbaar is met de artikelen 10, 11 en 16 van de Grondwet.


Der Gerichtshof wird zur Vereinbarkeit der in Rede stehenden Bestimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung befragt, indem darin nur die Möglichkeit für den Richter vorgesehen sei, die Entziehung der Fahrerlaubnis auf die Wochenenden und die Feiertage zu begrenzen, was zur Folge habe, dass nur die Fahrer, die an Wochentagen arbeiten, den Vorteil genießen könnten, die Ausführung der Entziehung der Fahrerlaubnis an anderen Tagen als an Werktagen stattfinden zu lassen.

Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid van de in het geding zijnde bepaling met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat zij enkel voorziet in de mogelijkheid voor de rechter om het verval van het recht tot sturen te beperken tot de weekends en feestdagen, hetgeen tot gevolg heeft dat enkel de bestuurders die werken op weekdagen het voordeel kunnen genieten om de uitvoering van het verval van het recht tot sturen te laten plaatshebben op niet-werkdagen.


Mit der vierten Vorabentscheidungsfrage wird der Gerichtshof ebenfalls gefragt, ob der in Rede stehende Artikel 216bis des Strafprozessgesetzbuches mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 14 Absatz 1 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit den Artikeln 33 bis 40 und 151 § 1 der Verfassung, vereinbar sei.

Met de vierde prejudiciële vraag wordt het Hof eveneens gevraagd of het in het geding zijnde artikel 216bis bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 14, lid 1, van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met de artikelen 33 tot 40 en 151, § 1, van de Grondwet.


Die Fragen betreffen die Vereinbarkeit der in Rede stehenden Bestimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit dem Recht auf ein faires Verfahren und insbesondere dem diesem Recht inhärenten Grundsatz der Unabhängigkeit des Richters, der durch Artikel 151 der Verfassung, Artikel 6 Absatz 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention und Artikel 14 Absatz 1 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte gewährleistet wird.

De vragen peilen naar de bestaanbaarheid van de in het geding zijnde bepaling met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het recht op een eerlijk proces en meer bepaald het aan dat recht inherente beginsel van de onafhankelijkheid van de rechter, dat is gewaarborgd bij artikel 151 van de Grondwet, bij artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en bij artikel 14, lid 1, van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten.




Anderen hebben gezocht naar : aeusserung     ansprache     art zu sprechen     aussprache     dialekt     gespraech     konversation     lage der union     parlamentsdebatte     rede zur lage der union     rede-coach     rede-trainer in     redekunst     redezeit     rhetorik-coach     rhetorik-trainerin     sinn der ursprünglichen rede beibehalten     sitzungsprotokoll     sprech-oder ausdrucksweise     sprechen     sprechfaehigkeit     sprechvermoegen     vortrag     parlamentarische rede     stenografisches protokoll     stenographisches protokoll     11 rede     


datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'11 rede' ->

Date index: 2025-05-14
w