21. ist der Auffassung, dass die Umstrukturierung der Gemeinsamen Agrarpolitik (GAP) mit einer beträchtlichen Aufstockung der Mittel für die ländliche Entwicklung zur Bewältigung der Probleme der Beschäftigung und der Wettbewerbsfähigkeit in den ländlichen Gebieten – insbesondere in den neuen Mitgliedstaaten – einhergehen muss; [...] ist der Auffassung, dass der Vorschlag der Kommission für den Haushalt des neuen Fonds für ländliche Entwicklung äußerst knapp bemessen ist und deshalb ein absolutes Minimum darstellt;
21. is van mening dat de herstructurering van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid vergezeld moet gaan van een substantiële verhoging van de financiële middelen voor plattelandsontwikkeling om de werkgelegenheids- en concurrentievermogenproblemen in plattelandsgebieden aan te pakken, in het bijzonder in de nieuwe lidstaten; [...] is van mening dat de voorstellen van de Commissie voor de begroting van het nieuwe Fonds Plattelandsontwikkeling bijzonder krap zijn en derhalve een absoluut minimum vormen;