Der Hof gelangte zu der Schlussfolgerung, dass der Gesetzgeber dadurch, dass er somit innerhalb der Generaldirektion der Gerichtspolizei der föderalen Polizei einen neuen Behandlungsunterschied zwischen eingesetzten Polizeihauptinspektoren und -kommissaren eingeführt hat, einen diskriminierenden Verstoss gegen die Rechte derjenigen von ihnen, die sich in der vorstehend beschriebenen Situation befinden, begangen hat (B.16.2).
Het Hof besloot dat de wetgever, door aldus binnen de algemene directie gerechtelijke politie van de federale politie een nieuw verschil in behandeling in te voeren tussen aangestelde hoofdinspecteurs en commissarissen van politie, een discriminerende inbreuk had gepleegd op de rechten van diegenen onder hen die zich in de situatie bevinden die zonet werd beschreven (B.16.2).
