21. stimmt dem in Thessaloniki vorgeschlagenen globalen Ansatz zu, die Partnerschaft mit den Herkunftsländern zu stärken, und begrüßt, dass die Kommission eine Untersuchung über das Verhältnis von legaler und illegaler Einwanderung eingeleitet hat; weist aber ebenso wie der Europäische Rat darauf hin, dass es letztlich jedem einzelnen Mitgliedstaat überlassen bleiben muss, die Zahl der Personen festzulegen, die er in sein Hoheitsgebiet einlässt, und dass etwaige Kontingente von der Union nur im Rahmen von Verhandlungen mit Drittländern festgesetzt werden dürfen;
21. is het eens met de in Thessaloniki bepleite algehele benadering, waarbij de nadruk ligt op versterking van de partnerschapsverhouding met de landen van oorsprong en juicht het toe dat de Commissie een onderzoek heeft geïnitieerd naar de relatie tussen legale en illegale immigratie, maar herinnert er net zoals de Europese Raad aan dat iedere lidstaat zelf moet beslissen over het aantal personen dat hij tot zijn grondgebied toelaat, en dat de Unie eventuele quota enkel kan toepassen in het kader van onderhandelingen met derde landen;
