Art. 5 - § 1. Bis zum 15. Mai spätestens für die jährlichen Kulturen, bis zum 15. September spätestens für das erste Jahr und bis zum 15. Mai spätestens für das zweite Jahr einer zweijährigen Kultur teilt der Lieferant von Saatgut der Erhaltungssorten der Dienststelle nach den von ihr festgelegten Modalitäten den Standort der zur Vermehrung eingesetzten Parzellen sowie die Identität und die Kontaktdaten der mit der Aufsicht über diese Vermehrungen beauftragten Person mit.
Art. 5. § 1. Uiterlijk 15 mei voor de jaarlijkse teelten, 15 september voor het eerste jaar van een tweejarige teelt en 15 mei voor het tweede jaar van een tweejarige teel geeft de leverancier van zaad van instandhoudingsrassen de Dienst volgens de modaliteiten die hij bepaalt kennis van de ligging van de aangelegde vermeerderingspercelen alsook van de identiteit en de persoonsgegevens van de persoon belast met de opvolging van die vermeerderingen.