Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de « verfassung insofern sie dazu » (Allemand → Néerlandais) :

« Verstoßen die Artikel 127 und 128 des Gesetzes vom 25. Juni 1992 über den Landversicherungsvertrag gegen die Artikel 10, 11 und 172 der Verfassung, insofern sie dazu führen, dass die Begünstigung aus der Versicherung, die ein in Gütergemeinschaft lebender Ehepartner zugunsten des anderen Ehepartners abgeschlossen hat, ein Sondergut des begünstigten Ehepartners ist, ohne dass ein Ausgleich zugunsten der Gemeinschaft geschuldet ist, wenn in Gütergemeinschaft lebende Ehepartner am selben Tag und für denselben Betrag eine ...[+++]

« Schenden de artikelen 127 en 128 van de Verzekeringswet van 25 juni 1992 de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet in zoverre zij tot gevolg hebben dat het voordeel van de verzekering aangegaan door een onder een stelsel van gemeenschap van goederen gehuwde echtgenoot ten voordele van de andere echtgenoot een eigen goed van de begunstigde echtgenoot uitmaakt, zonder dat een vergoeding aan de gemeenschap verschuldigd is wanneer onder een stelsel van gemeenschap van goederen gehuwde echtgenoten op dezelfde dag en voor hetzelfde bedrag een levensverzekering ' tak 21 ' afsluiten waarvan zij de begunstigde zijn in geval van leven maar waar ...[+++]


Der vorlegende Richter befragt den Gerichtshof zur Vereinbarkeit der vorerwähnten Bestimmungen mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, insofern sie einen Behandlungsunterschied zwischen Gläubigern einführen würden, je nachdem, ob diese ein Mahnverfahren nach belgischem Recht oder im Rahmen der von der Europäischen Union festgelegten Regeln einleiten würden, wobei Erstere laut den fraglichen Bestimmungen dazu gehalten seien, ein vom Schuldner ausgehendes Schriftstück vorzulegen, während ein ...[+++]

De verwijzende rechter stelt het Hof een vraag over de bestaanbaarheid van de voormelde bepalingen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij een verschil in behandeling tussen schuldeisers instellen naargelang zij een betalingsbevelprocedure inleiden in het Belgische recht of in het kader van de door de Europese Unie vastgestelde regels, waarbij de eerstgenoemden, luidens de in het geding zijnde bepalingen, ertoe zijn gehouden een geschrift over te leggen dat uitgaat van de schuldenaar, terwijl een dergelijke vereiste niet bestaat in de bij de verordening (EG) nr. 1896/2006 ingevoerde procedure.


Folglich ist die fragliche Bestimmung vereinbar mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, insofern sie den in der Vorabentscheidungsfrage angeführten Behandlungsunterschied entstehen lässt, bezüglich des Erlöschens der Strafverfolgung, zwischen einerseits den juristischen Personen, die vor ihrer Liquidation oder ihrer Auflösung durch einen Untersuchungsrichter beschuldigt worden sind, und andererseits den juristischen Personen, die vor ihrer Liquidation oder ihrer Auflösung Gegenstand eines namentlichen Antrags a ...[+++]

Bijgevolg is de in het geding zijnde bepaling bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij het in de prejudiciële vraag bedoelde verschil in behandeling doet ontstaan, wat het verval van de strafvordering betreft, tussen, enerzijds, de rechtspersonen die vóór hun invereffeningstelling of hun ontbinding in verdenking zijn gesteld door een onderzoeksrechter en, anderzijds, de rechtspersonen die vóór hun invereffeningstelling of hun ontbinding het voorwerp hebben uitgemaakt van een nominatieve vordering tot gerechtelijk onderzoek of van een nominatieve klacht met burgerlijkepartijstelling.


Die klagenden Parteien sind der Auffassung, dass die Verpflichtung, vor jeder Pfändung von Gütern von fremden Mächten die Erlaubnis des Pfändungsrichters zu erhalten, diskriminierend sei, insofern sie nur für die Gläubiger von fremden Mächten gelte, insofern sie dazu führe, dass diese Güter in der Praxis unpfändbar würden, und insofern dadurch der Gläubiger verpflichtet werde, den Nachweis zu erbringen, dass ei ...[+++]

De verzoekende partijen zijn van mening dat de verplichting om vóór elk beslag op eigendommen van buitenlandse mogendheden de toelating van de beslagrechter te verkrijgen discriminerend is in zoverre zij enkel van toepassing is op de schuldeisers van buitenlandse mogendheden, in zoverre zij ertoe leidt dat die eigendommen in de praktijk niet vatbaar voor beslag worden, en in zoverre zij de schuldeiser verplicht om het bewijs te leveren dat een van de voormelde voorwaarden wordt vervuld, hetgeen een omkering van de bewijslast zou uitma ...[+++]


« Verstoßen die Artikel 39 und 40 des Gesetzes vom 5. August 1978 zur Festlegung von Wirtschafts- und Haushaltsreformen gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem sie dazu führen, dass den Pensionierten, die durch die bloße Tatsache einer vollständigen Laufbahn eine der zwei darin eingeführten gesetzlichen Obergrenzen erreichen, bestimmte Pensionszuschläge versagt werden, während Pensionierte, die ceteris paribus diese Obergrenze in Ermangelung einer vollständigen Laufbahn nicht erreic ...[+++]

« Schenden de artikelen 39 en 40 van de wet van 5 augustus 1978 houdende economische en budgettaire hervormingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre zij tot gevolg hebben dat de gepensioneerden die door het loutere feit van een volledige loopbaan een van de twee daarbij ingestelde wettelijke plafonds bereiken, sommige pensioenaanvullingen worden ontzegd, terwijl de gepensioneerden die ceteris paribus dat plafond niet bereiken bij ontstentenis van een volledige loopbaan, het voordeel ervan kunnen genieten ?


Die fragliche Bestimmung ist nicht vereinbar mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, insofern sie nicht anwendbar ist auf die Arbeitnehmer, die infolge des Konkurses eines Unternehmens im Zeitraum vom 1. Februar bis zum 30. Juni 2011 entlassen wurden.

De in het geding zijnde bepaling is niet bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij niet van toepassing is op de werknemers die als gevolg van het faillissement van een onderneming werden ontslagen in de periode van 1 februari tot 30 juni 2011.


Moerman, E. Derycke und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfragen und Verfahren In zwei Entscheiden vom 17. Dezember 2014 in Sachen der « Les Sittelles » AG gegen den belgischen Staat - FÖD Finanzen -, deren Ausfertigungen am 7. Januar 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen sind, hat der Appellationshof Lüttich folgende Vorabentscheidungsfragen gestellt: 1. Im ersten Entscheid: « Verstößt Artikel 75 Nr. 3 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 gegen die Bestimmungen der Artikel 10, 11 un ...[+++]

Moerman, E. Derycke en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging Bij twee arresten van 17 december 2014 in zake de nv « Les Sittelles » tegen de Belgische Staat, FOD Financiën, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 7 januari 2015, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. In het eerste arrest : « Schendt artikel 75, 3°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 de bepalingen van de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, in zoverre het tot gevolg heeft dat een vennootschap die beantwoordt aan de criteria van een k ...[+++]


». 2. Im zweiten Entscheid: « Verstößt Artikel 75 Nr. 3 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 gegen die Bestimmungen der Artikel 10, 11 und 172 der Verfassung, insofern er dazu führt, dass eine Gesellschaft, die den Kriterien eines KMB im Sinne von Artikel 201 Absatz 1 Nr. 1 des Einkommensteuergesetzbuches entspricht und die wegen der Ausübung ihres Haupt- oder Nebengesellschaftszwecks die Nutzung des von ihr erworbenen Anlagevermögens an eine Gesellschaft abgetreten hat, die nur wegen dieser B ...[+++]

»; 2. In het tweede arrest : « Schendt artikel 75, 3°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 de bepalingen van de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, in zoverre het tot gevolg heeft dat een vennootschap die beantwoordt aan de criteria van een kmo in de zin van artikel 201, eerste lid, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en die, wegens de uitoefening van haar voornaamste of bijkomend maatschappelijk doel, het gebruik van de door haar verkregen vaste activa overdraagt aan een vennootschap die niet aan de criteria van een kmo beantwoordt, uitsluitend wegens die participatie, maar waarop zij, gelet op haar partic ...[+++]


AG, dessen Ausfertigung am 22. Dezember 2014 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Arbeitsgericht Lüttich, Abteilung Lüttich, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstoßen die Artikel 39, 59 Absatz 2, 86/1 und 86/2 des Gesetzes vom 3. Juli 1978 über die Arbeitsverträge in der vor dem 1. Januar 2014 geltenden Fassung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem sie dazu führen, dass ceteris paribus - einerseits die Arbeitgeber von Angestellten, die ab dem 1. ...[+++]

, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 22 december 2014, heeft de Arbeidsrechtbank te Luik, afdeling Luik, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 39, 59, tweede lid, 86/1 en 86/2 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, zoals van toepassing vóór 1 januari 2014, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre zij tot gevolg hebben dat, ceteris paribus : - enerzijds, de werkgevers van bedienden die tewerkgesteld waren vanaf 1 januari 2012 of later en die doen blijken van een reële of conventionele anciënniteit tussen tien ...[+++]


Die Vorabentscheidungsfrage betrifft die Vereinbarkeit dieser Artikel mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, « indem sie dazu führen, dass ceteris paribus - einerseits die Arbeitgeber von Angestellten, die ab dem 1. Januar 2012 oder später beschäftigt waren und ein tatsächliches oder vertragliches Dienstalter zwischen zehn und zwanzig Jahren nachweisen, welche vor dem 1. Januar 2014 zur Entlassung der genannten Angestellten übergehen, wegen solcher Entlassungen eine Entlassungsentschädig ...[+++]

De prejudiciële vraag heeft betrekking op de bestaanbaarheid van die artikelen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet « in zoverre zij tot gevolg hebben dat, ceteris paribus : - enerzijds, de werkgevers van bedienden die tewerkgesteld waren vanaf 1 januari 2012 of later en die doen blijken van een reële of conventionele anciënniteit tussen tien en twintig jaar, die vóór 1 januari 2014 overgaan tot het ontslag van de genoemde bedienden, wegens dergelijke ontslagen compensatoire opzeggingsvergoedingen moeten betalen die equivalent zijn met het loon voor 360 dagen, - anderzijds, de werkgevers van arbeiders die tewerkgesteld waren vanaf 1 ...[+++]




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

' verfassung insofern sie dazu' ->

Date index: 2023-12-11
w