(3) Ungeachtet des Absatzes 2 werden die in Absatz 2 genannten täglichen Durchschnittsnettoeinfuhren und der tägliche durchschnittliche Inlandsverbrauch für den Zeitraum vom 1. Januar bis zum 31. März jedes Kalenderjahres jedoch auf der Grundlage der Einfuhr- und Verbrauchsmengen des vorletzten Jahres vor dem betreffenden Kalenderjahr bestimmt.
3. In afwijking echter van lid 2 worden van 1 januari tot en met 31 maart van elk kalenderjaar de in dat lid bedoelde daggemiddelden van de netto-invoer en het binnenlandse verbruik bepaald op basis van de ingevoerde en verbruikte hoeveelheid in het voorlaatste kalenderjaar dat aan het lopende kalenderjaar voorafgaat.