indien de ambtshalve regularisatie van de bijdrag
en van de deeltijdse werknemers op basis van een voltijdse tewerkstelling met toepassing van het bij het voormelde artikel 22ter, tweede lid, ingevoerde vermoeden wordt beschouwd als een bijzondere manier van herstel of terugbetaling van burgerrechtelijke aard, bestemd om, in het belang van de financiering van de sociale zekerheid, een einde te maken aan een met de wet strijdige situatie, dan wel als een straf in de zin van artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en artikel 14, lid 7, van het Internationaal Verdrag inzake b
...[+++]urgerrechten en politieke rechten,