(2) Die EU-Schiffe dürfen im Rahmen der TACs nach Anhang I und unter den Bedingungen von Artikel 14 und Anhang III der vorliegenden Verordnung sowie den Bedingungen der Verordnung (EG) Nr. 1006/2008 (25) und ihrer Durchführungsvorschriften in den Gewässern, die unter die Fischereigerichtsbarkeit der Färöer, Grönlands, Islands oder Norwegens fallen, und in der Fischereizone um Jan Mayen fischen.
2. EU-vaartuigen mogen, met inachtneming van de in bijlage I vastgestelde TAC's en de voorschriften van artikel 14 en bijlage III van de onderhavige verordening en van Verordening (EG) nr. 1006/2008 (25) en de uitvoeringsbepalingen daarvan, vissen in de wateren die onder de visserijjurisdictie van de Faeröer, Groenland, IJsland en Noorwegen vallen, en in de visserijzone rond Jan Mayen.