Sie behaupte, dass die Französische Gemeinschaft dadurch, dass sie aufgrund des Dekrets die Bestimmung eines steuerrechtlichen Vertreters für jene ausländischen Fernsehanstalten vorschreibe, die als Unternehmen der Europäischen Union nicht auf belgischem Gebiet ansässig seien und somit im Sinne von Artikel 52 des Vertrags keine andere dauerhafte wirtschaftliche Bindung zur Französischen Gemeinschaft hätten als eine langjährige Anwesenheit im Kabelnetz, eine gegen die Artikel 59 und 52 des Vertrags verstossende Beeinträchtigung eingeführt habe.
Zij beweert dat de Franse Gemeenschap, door bij decreet de aanwijzing van een fiscale vertegenwoordiger te eisen voor de buitenlandse omroepen, onderdanen van de Europese Unie die niet op het Belgische grondgebied zijn gevestigd en dus, in de zin van artikel 52 van het Verdrag, geen andere duurzame economische band met de Franse Gemeenschap hebben dan een aanwezigheid op de kabel sedert talrijke jaren, een belemmering heeft ingevoerd die de artikelen 59 en 52 van het Verdrag schendt.
