Aus diesen Gründen: Der Gerichtshof erkennt für Recht: - Dahin ausgelegt, dass er nicht auf die Kündigungsentschädigungen anwendbar ist, die ein aktiver Teilhaber empfängt, wenn die Gesellschaft seiner Tätigkeit innerhalb derselben ein Ende setzt, verstößt Artikel 171 Nr. 5 Buchstabe a) des Einkommensteuergesetzbuches 1992 in der auf das Steuerjahr 1994 anwendbaren Fassung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung.
Om die redenen, het Hof zegt voor recht : - Geïnterpreteerd in die zin dat het niet van toepassing is op de opzeggingsvergoedingen die een werkend vennoot ontvangt wanneer de vennootschap een einde maakt aan zijn activiteit binnen die laatste, schendt artikel 171, 5°, a), van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing op het aanslagjaar 1994, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.