In seinem Entscheid Nr. 102/2012 vom 9. August 2012 hat der Gerichtshof hingegen keinen Verstoss gegen dieselben Verfassungsbestimmungen festgestellt, insofern für die Opfer einer Berufskrankheit im Privatsektor die Entschädigung für zeitweilige Arbeitsunfähigkeit wegen einer Berufskrankheit nicht früher als 365 Tage vor dem Datum der Antragstellung einsetzen kann, während für Opfer einer Berufskrankheit im öffentlichen Sektor eine solche Begrenzung nicht gilt.
In zijn arrest nr. 102/2012 van 9 augustus 2012 heeft het Hof daarentegen geen schending van dezelfde grondwetsbepalingen vastgesteld in zoverre, voor de slachtoffers van een beroepsziekte in de privésector, de vergoeding voor tijdelijke arbeidsongeschiktheid wegens een beroepsziekte niet vroeger kan ingaan dan 365 dagen vóór de datum van de aanvraag, terwijl een dergelijke beperking niet geldt voor de slachtoffers van een beroepsziekte in de openbare sector.