10. stellt erneut fest, dass der gesamte Nahe Osten historische Vertreibungsbewegungen durchmacht und dass regionale Akteure deshalb eine Schlüsselrolle haben, wenn diese Herausforderung bewältigt werden soll; vertritt die Auffassung, dass eine langfristig tragfähige Lösung auf einem Dialog all der Bevölkerungsgemeinschaften und Minderheiten beruhen muss, die im Lauf der Geschichte zusammengelebt haben, worin ein wertvolles Beispiel für kulturelle Heterogenität und friedliche Koexistenz liegt;
10. herhaalt dat de hele regio historische ontheemdingsgolven over zich heen krijgt, en dat de regionale actoren bijgevolg van groot belang zijn om dit probleem aan te pakken; is van mening dat een solide langetermijnoplossing gebaseerd moet zijn op een dialoog tussen alle gemeenschappen en minderheidsgroepen die van oudsher naast elkaar leven en een waardevol voorbeeld zijn van culturele verscheidenheid en vreedzame co-existentie;