Der Richtlinienvorschlag sieht deshalb eine sogenannte vorläufige Prozesskostenhilfe vor, mit der erhebliche Vorteile verbunden sind und die zur Stärkung des Vertrauens in die Strafrechtspflege der Mitgliedstaaten beiträgt.[5]
Daarom zijn er in de richtlijn bepalingen opgenomen over zogenoemde "voorlopige rechtsbijstand", die een belangrijke toegevoegde waarde heeft en voor een groter wederzijds vertrouwen in elkaars strafrechtstelsels zorgt.[5]