Vertaling van " religiösen verboten " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

aus einer religiösen Minderheit stammende LGBT-Person | LGBT-Person, die einer religiösen Minderheit angehört
LHBT uit een religieuze minderheid

verbotene Feuerwaffe | verbotene Waffe
verboden wapen

für verbotene oder erlaubnispflichtige Feuerwaffen bestimmte Munition | für verbotene oder erlaubnispflichtige Schusswaffen bestimmte Munition
munitie bestemd voor verboden of vergunningplichtige vuurwapens

energetisch verbotene Zone | verbotenes Band
verboden band | verboden zone

Intoleranz aus religiösen Gründen
godsdienstige onverdraagzaamheid

Halten und Parken verboten
stilstaan en parkeren verboden

verbotene Waffe
verboden wapen

Parken verboten
parkeerverbod

verbotenes Kartell [ Frühstückskartell ]
ongeoorloofde overeenkomst

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

N. in der Erwägung, dass es nach dem humanitären Völkerrecht und den internationalen Menschenrechtsnormen verboten ist, Einzelpersonen oder Gruppen aufgrund ihrer religiösen oder ethnischen Zugehörigkeit zum Ziel von Übergriffen zu machen und unbeteiligte Zivilisten anzugreifen; in der Erwägung, dass derartige Handlungen Kriegsverbrechen oder Verbrechen gegen die Menschlichkeit darstellen können; in der Erwägung, dass in der Resolution 2139 des Sicherheitsrates der Vereinten Nationen betont wird, der Straflosigkeit von Verstößen gegen das humanitäre Völkerrecht und von Menschenrechtsverletzungen müsse ein Ende gesetzt werden, und dass in der Resolution bekräftigt wird, dass diejenigen, die in Syrien derartige Verstöße und Verletzungen verübt haben oder anderweitig dafür verantwortlich sind, vor Gericht gestellt werden müssen;
N. overwegende dat gerichte acties tegen personen of groepen op religieuze of etnische gronden alsook aanvallen op burgers die niet aan de vijandelijkheden deelnemen, krachtens het internationaal humanitair recht en het recht inzake mensenrechten verboden zijn; overwegende dat dergelijke acties wellicht oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid zijn; overwegende dat in resolutie 2139 van de VN-Veiligheidsraad wordt benadrukt dat er een einde moet komen aan het onbestraft laten van schendingen van het internationaal humanitair recht en schendingen van en inbreuken op de mensenrechten, en eens te meer wordt gesteld dat degenen die zich schuldig hebben gemaakt aan of anderszins verantwoordelijk zijn voor dergelijke schendingen en inbreuken in Syrië, voor de rechter moeten worden gebracht;

A. in der Erwägung, dass der Begriff Kaste für einen sozio‑religiösen Zusammenhang steht, zumal kastenlose Personen in Asien automatisch als „unrein“ und „unberührbar“ gelten, dass er jedoch im weiteren Sinne auch ein System der strengen sozialen Schichtung in hierarchisch geordnete Gruppen, die sich aus der Abstammung und dem Beruf herleitet, bezeichnet; in der Erwägung, dass die Diskriminierung aufgrund von Arbeit und Abstammung – wie die von den Vereinten Nationen bevorzugte, umfassendere Bezeichnung lautet – eine Form der Diskriminierung ist, die durch internationale Vorschriften zu Menschenrechten verboten ist, wie aus folgenden Übereinkommen hervorgeht: der Allgemeinen Erklärung der Menschenrechte, dem Internationalen Pakt über bürgerliche und politische Rechte, dem Internationalen Pakt über wirtschaftliche, soziale und kulturelle Rechte, dem Internationalen Übereinkommen zur Beseitigung jeder Form von Rassendiskriminierung, dem Übereinkommen zur Beseitigung jeder Form von Diskriminierung der Frau, dem Übereinkommen über die Rechte des Kindes und dem Übereinkommen 111 der Internationalen Arbeitsorganisation;
A. overwegende dat de term kaste verwijst naar een sociaal-religieuze context, zoals in Azië, waar wie buiten het kastensysteem valt wordt beschouwd als van nature onzuiver en onaanraakbaar, maar in een ruimere betekenis ook staat voor een strikt sociaal klassenstelsel waarbij bevolkingsgroepen worden gerangschikt naar afkomst en beroep; overwegende dat discriminatie op grond van werk en afkomst, de ruimere term die door de VN bij voorkeur wordt gehanteerd, verboden is uit hoofde van de internationale mensenrechtenwetgeving, met name de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie, het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen, het Verdrag inzake de rechten van het kind en Verdrag nr. 111 van de Internationale Arbeidsorganisatie;

Art. 7. Dem Privatdetektiv ist es verboten, über Personen, die Gegenstand seiner Berufstätigkeiten sind, Informationen einzuholen in Bezug auf ihre politischen, religiösen, philosophischen oder gewerkschaftlichen Uberzeugungen und auf die Äusserung dieser Uberzeugungen oder auf ihre Mitgliedschaft bei einer Krankenkasse.
Art. 7. Het is de privé-detective verboden betreffende de personen die het voorwerp zijn van zijn beroepsactiviteiten, informatie in te winnen omtrent de politieke, godsdienstige, filosofische of vakbondsovertuiging en omtrent de uiting van die overtuiging of omtrent het lidmaatschap van een ziekenfonds.

« Jedes Eintreten für nationalen, rassischen oder religiösen Hass, durch das zu Diskriminierung, Feindseligkeit oder Gewalt aufgestachelt wird, wird durch Gesetz verboten ».
« Het propageren van op nationaliteit, ras of godsdienst gebaseerde haatgevoelens die aanzetten tot discriminatie, vijandigheid of geweld, is bij de wet verboden ».

Jeder religiöse Glauben verdient zwar Achtung, doch die Wissenschaft darf nicht von religiösen Verboten bestimmt werden.
Hoewel iedere geloofsovertuiging respect verdient, moet de wetenschap niet beheerst worden door religieuze taboes.

« Verstösst Artikel 759 des Gerichtsgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, wenn er dahingehend ausgelegt wird, dass es den Zuhörern und Angeklagten verboten ist, den Sitzungen beizuwohnen, wenn sie eine Kopfbedeckung tragen, und zwar auch dann, wenn diese Kopfbedeckung eine Äusserung ihrer religiösen Uberzeugung ist?
« Schendt artikel 759 van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet indien het aldus wordt geïnterpreteerd dat het de toehoorders en beklaagden verboden is de zittingen bij te wonen wanneer zij een hoofddeksel dragen, ook wanneer dit hoofddeksel een uiting is van hun religieuze overtuiging ?