Traduction de « rechtssache t-289 » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

anhaengige Rechtssache | bei einem Gerichtshof anhaengige Rechtssache
zaak in behandeling | zaak in instantie

Grundsatz der gegenseitigen Anerkennung [ Rechtssache „Cassis de Dijon ]
beginsel van wederzijdse erkenning [ Cassis-van-Dijon-zaak ]

anhängige Rechtssache | anhängiger Rechtsstreit | anhängiges Verfahren | Anhängigkeit
aanhangige zaak

Streichung einer Rechtssache
doorhaling van een zaak

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Siehe Rechtssache T-289/03, Bupa u. a./Kommission, Slg. 2008, II-00081, Randnr. 165, und Rechtssache T-106/95 FFSA u. a./Kommission, Slg.
Zie zaak T-289/03, BUPA e.a./Commissie, Jurispr (2008), blz. II-000, punt 165, en zaak T-106/95, FFSA e.a./Commissie, Jurispr (1997), blz. II-229, punt 99.

Siehe Rechtssache T-442/03, SIC/Kommission, Slg. 2008, II-000, Randnr. 195, Rechtssache T-289/03, op. cit., Randnr.
Zie zaak T-442/03, SIC/Commissie, Jurispr (2008), blz. II-000, punt 195, zaak T-289/03, reeds aangehaald, punt 166, en zaak T-17/02, reeds aangehaald, punt 216.

Ohne eine derartige Begründung wäre eine — selbst beiläufige — Kontrolle der Kommission aufgrund des ersten Altmark-Kriteriums und aufgrund von Artikel 86 Absatz 2 EG-Vertrag, ob dem Mitgliedstaat bei der Ausübung seines Ermessens ein offenkundiger Fehler unterlaufen ist, nicht möglich. Rechtssache T-289/03, Bupa u. a./Kommission, Slg. 2008, II-0000, Randnr. 172.
Zonder een dergelijke motivering zou immers een — zelfs marginale — controle door de Commissie op grond van zowel de eerste voorwaarde van het Altmark-arrest als artikel 86, lid 2, van het EG-Verdrag, of de lidstaat in het kader van zijn discretionaire bevoegdheid een kennelijke fout heeft gemaakt, niet mogelijk zijn (zaak T-289/03, BUPA e.a./Commissie, Jurispr (2008), blz. II-0000, punt 172).

Ferner betont Dänemark, dass in der neueren Rechtsprechung und insbesondere im Urteil BUPA des Gerichts erster Instanz in der Rechtssache T-289/03 die Auffassung vertreten wird, dass bei der Zugrundelegung der Kriterien des Altmark-Urteils die Situation im betreffenden Sektor berücksichtigt werden muss und dass die Mitgliedstaaten über einen großen Ermessensspielraum verfügen.
Ten slotte wil Denemarken benadrukken dat in de recente rechtspraak, meer bepaald in het arrest-BUPA het Gerecht heeft verklaard dat bij de toepassing van de criteria van het Altmark-arrest rekening moet worden gehouden met de situatie van de desbetreffende sector en dat de lidstaten beschikken over een ruime beoordelingsmarge.

134 Die Begründung muss dem Wesen des betreffenden Rechtsakts entsprechen und die Überlegungen der Institution, die den angefochtenen Rechtsakt erlassen hat, so klar und eindeutig zum Ausdruck bringen, dass die Betroffenen ihr die Gründe für die erlassene Maßnahme entnehmen können und das zuständige Gericht seine Kontrollaufgabe wahrnehmen kann (Urteile des Gerichtshofes vom 6. Juli 2000 in der Rechtssache C‑289/97, Eridania, Slg. 2000, I‑5409, Randnr. 38, und vom 14. März 2002 in der Rechtssache C‑340/98, Italien/Rat, Slg. 2002, I‑2663, Randnr. 58).
134 De motivering moet beantwoorden aan de aard van de betrokken handeling. De redenering van de instantie die de betwiste handeling heeft vastgesteld, moet er duidelijk en ondubbelzinnig in tot uiting komen, zodat de belanghebbenden de rechtvaardigingsgronden van de genomen maatregel kunnen kennen en de bevoegde rechter zijn toezicht kan uitoefenen (arresten van het Hof van 6 juli 2000, Eridania, C‑289/97, Jurispr. blz. I‑5409, punt 38, en 14 maart 2002, Italië/Raad, C‑340/98, Jurispr. blz. I‑2663, punt 58).

Aus den Darlegungen der in der Rechtssache Nr. 4134 hinterlegten Klageschrift geht hervor, dass der erste Klagegrund nur gegen die Artikel 288 bis 290, 293 bis 295, 299, 300 und 302 des Gesetzes vom 20. Juli 2006, der zweite Klagegrund gegen die Artikel 292, 298 und 307 desselben Gesetzes, der dritte Klagegrund gegen Absatz 2 der Artikel 289, 294 und 300 desselben Gesetzes und der vierte Klagegrund ausschliesslich gegen Artikel 309 dieses Gesetzes gerichtet ist.
Uit de uiteenzetting in het verzoekschrift neergelegd in de zaak nr. 4134 blijkt dat het eerste middel enkel is gericht tegen de artikelen 288 tot 290, 293 tot 295, 299, 300 en 302 van de wet van 20 juli 2006, dat het tweede middel is gericht tegen de artikelen 292, 298 en 307 van dezelfde wet, dat het derde middel is gericht tegen het tweede lid van de artikelen 289, 294 en 300 van dezelfde wet, en dat het vierde middel uitsluitend is gericht tegen artikel 309 van die wet.

(21) Vgl. hierzu EuGeI 6.4.1995, Tréfileurope, Rechtssache T-141/89, Slg. 1995, II-791, EuGeI 21.2.1995, Vereniging van Samenwerkende Prijsregelende Organisaties in de Bouwnijverheid (SPO), Rechtssache T-29/92, Slg. 1995, II-289, soweit Ausfuhren betroffen waren, und Entscheidung der Kommission in der Sache Volkswagen (II) (ABl. L 264 vom 2.10.2001, S. 14).
(21) Zie bv. zaak T-141/89, Tréfileurope, Jurispr. 1995, blz. II-791; zaak T-29/92, Vereniging van Samenwerkende Prijsregelende Organisaties in de Bouwnijverheid (SPO), Jurispr. 1995, blz. II-289 (wat export betreft) en Beschikking 2001/711/EG van de Commissie in de zaak-Volkswagen (PB L 264 van 2.10.2001, blz. 14).