Aus der Untersuchung des Verweisungsbeschlusses wird ersichtlich, dass sich das vor dem Tatrichter beanstandete Recht auf Sozialhilfe auf einen Ausländer bezieht, der die Anweisung zum Verlassen des Staatsgebiets erhalten hat und beim Staatsrat eine Nichtigkeitsklage gegen die durch das Ausländeramt in Anwendung von Artikel 51/5 des obengenannten Gesetzes vom 15. Dezember 1980 und von Artikel 5 Absatz 2 des Dubliner Übereinkommens vom 15. Juni 1990 gefasste Entscheidung zur Aufenthaltsverweigerung eingereicht hat.
Uit het onderzoek van de verwijzingsbeslissing blijkt dat het recht op maatschappelijke dienstverlening dat voor de feitenrechter wordt betwist, betrekking heeft op een vreemdeling die een bevel heeft gekregen om het grondgebied te verlaten en die bij de Raad van State een annulatieberoep heeft ingesteld tegen de beslissing tot weigering van zijn verblijf, genomen door de Dienst Vreemdelingenzaken, met toepassing van artikel 51/5 van de voormelde wet van 15 december 1980 en artikel 5, lid 2, van de Overeenkomst van Dublin van 15 juni 1990.