Sollte die Gemeinschaft beschließen, dass die Mitgliedstaaten das Haager Übereinkommen von 1996 ratifizieren, würden sich die dem Gemeinschaftsrecht auferlegten Beschränkungen aus Artikel 52 des Übereinkommens ergeben und nur Kinder betreffen, die nicht in einem Mitgliedstaat, sondern in einem anderen Vertragsstaat wohnen.
Mocht de Commissie besluiten dat dit verdrag door de lidstaten wordt geratificeerd, dan zouden de aan het Gemeenschapsrecht gestelde beperkingen bijgevolg voortvloeien uit artikel 52 van dit verdrag en betrekking hebben op kinderen die niet verblijven in een lidstaat, maar in een derde land dat partij bij het verdrag is.