61. weist darauf hin, dass es nicht genügend Informationen für Beamte und andere Bedienstete regionaler und lokaler Gebietskörperschaften über die Möglichkeiten gibt, die sich im Bereich der europäischen und internationalen Mobilität bieten; weist darauf hin, dass die europäische und internationale Mobilität dieser Beamten und Bediensteten in den Mitgliedstaaten zum Aufbau von moderneren und effizienteren Verwaltungen, die für die Implementierung des EU-Besitzstands und den Austausch von bewährten Verfahren von grundlegender Bedeutung sind, beitragen wird;
61. wijst erop dat ambtenaren en andere werknemers bij regionale en plaatselijke overheden onvoldoende op de hoogte zijn over de mogelijkheden voor Europese en internationale mobiliteit; onderstreept dat de Europese en internationale mobiliteit van deze ambtenaren en werknemers zal bijdragen tot de totstandkoming van modernere en doeltreffendere administraties in de lidstaten, wat van essentieel belang is voor de tenuitvoerlegging van het EU-acquis en tegelijkertijd een uitwisseling van goede praktijken mogelijk maakt;