5.3.5. Die Bremskraftverteilung der Betriebsbremsanlage muss so ausgelegt sein, dass beim Bremsen mit der Betriebsbremsanlage auf Oberflächen mit unterschiedlichen Reibungskoeffizienten bei μ-split-Verhältnissen von 0,2/0,8 eine Mindestverzögerung erzielt werden kann, die mindestens 55 % der für die jeweilige Fahrzeugklasse vorgeschriebenen mittleren vollen Verzögerung dm der Betriebsbremsanlage entspricht (siehe Nummer 6.3).
5.3.5. De verdeling van de remkracht van het bedrijfsremsysteem moet zo zijn ontworpen dat tijdens remmen met het bedrijfsremsysteem op oppervlakken met verschillende wrijvingscoëfficiënt (split-μ 0,2/0,8) een minimale vertraging kan worden bereikt die minstens 55 % van de voor de desbetreffende voertuigklasse voorgeschreven gemiddelde volle vertraging dm van het bedrijfsremsysteem bedraagt (zie punt 6.3).