Traduction de « landwirtschaftlichen tätigkeiten » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

als Dienstleistungen gelten insbesondere:a)gewerbliche Tätigkeiten,b)kaufmännische Tätigkeiten,c)handwerkliche Tätigkeiten,d)freiberufliche Tätigkeiten
diensten omvatten met name werkzaamheden:a) van industriële aard,b) van commerciële aard,c) van het ambacht,d) van de vrije beroepen

Tätigkeiten im Bereich des Agrotourismus organisieren | Tätigkeiten im Bereich des Landtourismus organisieren
agrotoeristische activiteiten beheren

kundenseitige Tätigkeiten organisieren | den Frontbetrieb leiten | Tätigkeiten gegenüber Kundinnen und Kunden organisieren
bij de klantenservice werken | de receptie aansturen | reserveringen beheren

Tätigkeiten von Lebensmittelbetrieben planen | Tätigkeiten von Nahrungsmittelbetrieben planen
productiewerkzaamheden voor levensmiddelenfabrieken plannen

gemeinschaftliches Klassifizierungssystem der landwirtschaftlichen Betriebe | Unionsklassifizierungssystem der landwirtschaftlichen Betriebe
typologie van de Unie voor landbouwbedrijven

Aethylalkohol landwirtschaftlichen Ursprungs | Agraralkohol | Alkohol landwirtschaftlichen Ursprungs | landwirtschaftlicher Alkohol
alcohol van agrarische oorsprong | ethylalcohol uit landbouwproducten

Register der landwirtschaftlichen Gesellschaften
register van de landbouwvennootschappen

Meister in der landwirtschaftlichen Lagerhaltung
meester in de opslag van landbouwproducten

Hausfrauengehalt [ Entlohnung für Tätigkeiten im Haushalt ]
huishoudloon [ inkomen voor de huisvrouw ]

allgemeines Verzeichnis der wirtschaftlichen Tätigkeiten
algemene systematische bedrijfsindeling

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

12° die Diversifizierung der landwirtschaftlichen und nicht landwirtschaftlichen Tätigkeiten fördern und unterstützen, wodurch ein besseres Risikomanagement und eine größere Widerstandsfähigkeit gewährleistet sind;
12° de diversificatie van de landbouw- en niet-landbouwactiviteiten bevorderen en ondersteunen als onderpand voor een beter risicobeheer en een verhoogd opveringsvermogen;

4° Diversifizierung der landwirtschaftlichen Tätigkeiten oder der Tätigkeiten, die in bzw. ab dem Betrieb ausgeführt werden.
4° de landbouwactiviteiten te diversifiëren of verricht in of vanuit het bedrijf.

(5) Im Einklang mit der Mitteilung „Ein Haushalt für Europa 2020“ sollte der Anwendungsbereich des EGF erweitert werden, damit Landwirten die Anpassung an eine neue Marktlage erleichtert werden kann, die sich aus internationalen Handelsabkommen im landwirtschaftlichen Sektor ergibt und die zu einem Wandel oder einer wesentlichen Anpassung der landwirtschaftlichen Tätigkeiten der betroffenen Landwirte führt, so dass sie strukturell wettbewerbsfähiger werden oder ihnen der Übergang zu nicht-landwirtschaftlichen Tätigkeiten erleichtert wird.
(5) In overeenstemming met de mededeling "Een begroting voor Europa 2020" moet het toepassingsgebied van het EFG worden verbreed om het landbouwers gemakkelijker te maken zich aan te passen aan een nieuwe marktsituatie die het gevolg is van internationale handelsovereenkomsten in de landbouwsector en die leidt tot een verandering of een ingrijpende aanpassing van de landbouwactiviteiten van de getroffen landbouwers om hen te helpen in structureel opzicht concurrerender te worden of om hun overstap naar activiteiten buiten de landbouw te vergemakkelijken.

27. ist der Auffassung, dass die Direktzahlungen ausschließlich aktiven Landwirten vorbehalten werden sollten; ist sich dabei der Tatsache bewusst, dass im Rahmen der entkoppelten Direktzahlungen jeder Betriebsinhaber, der landwirtschaftliche Flächen für die Produktion nutzt und in gutem landwirtschaftlichen und ökologischem Zustand erhält, Direktzahlungen erhalten sollte; ersucht daher die Kommission, eine Definition des „aktiven Landwirts“ zu entwickeln, die von den Mitgliedstaaten ohne zusätzlichen Verwaltungsaufwand oder Kosten angewendet werden kann, wobei auch die traditionellen landwirtschaftlichen Tätigkeiten (Voll-, Neben- und Zuerwerbsbetriebe), unabhängig von ihrem rechtlichen Status, als aktive landwirtschaftliche Tätigkeiten gelten und verschiedene Formen von Grundbesitz und Bewirtschaftungsvereinbarungen sowie die Bewirtschaftung von Gemeinschaftsflächen berücksichtigt werden müssen; hält es für notwendig, zu präzisieren, dass von der Begriffsbestimmung des aktiven Landwirts die Fälle ausgenommen werden müssen, in denen die Verwaltungskosten einer Zahlung höher wären als der Beihilfebetrag;
27. is van mening dat de rechtstreekse betalingen uitsluitend aan actieve landbouwers moeten zijn voorbehouden; is zich er daarbij van bewust dat in het stelsel van ontkoppelde rechtstreekse betalingen elke bedrijfseigenaar die landbouwgrond voor productiedoeleinden gebruikt en de goede agrarische en ecologische toestand behoudt, rechtstreekse betalingen behoort te ontvangen; verzoekt de Commissie daarom een definitie van „actieve landbouwer” uit te werken die de lidstaten zonder extra administratieve inspanningen of kosten kunnen hanteren, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat traditionele landbouwactiviteiten (zuivere landbouwbedrijven en deeltijd- en nevenlandbouwbedrijven), ongeacht hun rechtspositie, als actieve landbouwwerkzaamheden worden aangemerkt en dat rekening wordt gehouden met de diverse vormen van exploitatie van de grond en de diverse regelingen voor het beheer van het land, alsmede met het beheer van gemeenschappelijk land; acht het noodzakelijk erop te wijzen dat van de definitie van „actieve landbouwer” alle gevallen moeten zijn uitgesloten waarbij de administratieve kosten om een betaling te verrichten hoger zijn dan de werkelijke kosten van de betaling zelf;

« Verstösst Artikel 8 des Pachtgesetzes, dahingehend ausgelegt, dass nur dann zugunsten von Nachkommen des Verpächters gekündigt werden kann, wenn sie ihre landwirtschaftlichen Tätigkeiten als natürliche Person ausüben und nicht zugunsten einer Personengesellschaft, deren Geschäftsführer und Mehrheitsteilhaber diese Nachkommen sind und über die sie ihre landwirtschaftlichen Tätigkeiten ausüben, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung?
« Schendt artikel 8 van de Pachtwet in die zin gelezen dat enkel opzeg in voordeel van afstammelingen van de verpachter kan worden gegeven indien deze hun landbouwactiviteiten als natuurlijk persoon uitoefenen en niet in het voordeel van een personenvennootschap waarvan die afstammelingen zaakvoerder en meerderheidsaandeelhouder zijn en via dewelke zij hun landbouwactiviteiten uitoefenen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ?

26. hält es für angebracht, die Gewährung der Niederlassungsprämie für Junglandwirte an die Bedingung zu knüpfen, dass – auch wenn es sich um eine Teilniederlassung handelt – freiwillig ein Betriebsverbesserungsplan für die Entwicklung der landwirtschaftlichen Tätigkeit sowie der nicht-landwirtschaftlichen Tätigkeiten im Zusammenhang mit dem ländlichen Raum vorgelegt wird, der es dem neune landwirtschaftlichen Betrieb ermöglicht, seine Tätigkeiten nach und nach weiterzuentwickeln;
26. waardeert de gelegenheid die wordt geboden om het toekennen van een vestigingssteun aan jonge landbouwers, zelfs bij een gedeeltelijke vestiging, te laten afhangen van de voorlegging, op vrijwillige basis, van een bedrijfsplan, als een middel om mettertijd de ontwikkeling van landbouw- en andere plattelandsactiviteiten op hun nieuw bedrijf mogelijk te maken;

26. hält es für angebracht, die Gewährung der Niederlassungsprämie für Junglandwirte auf freiwilliger Basis an die Bedingung zu knüpfen, dass – auch wenn es sich um eine Teilniederlassung handelt – ein Betriebsverbesserungsplan für die Entwicklung der landwirtschaftlichen Tätigkeit sowie der nicht-landwirtschaftlichen Tätigkeiten im Zusammenhang mit dem ländlichen Raum vorgelegt wird, der es dem neune landwirtschaftlichen Betrieb ermöglicht, seine Tätigkeiten nach und nach weiterzuentwickeln;
26. waardeert de gelegenheid die wordt geboden om het toekennen van een vestigingspremie aan jonge landbouwers, zelfs bij een gedeeltelijke vestiging, vrijwillig te laten afhangen van een bedrijfsplan, als een middel om mettertijd de ontwikkeling van landbouw- en andere plattelandsactiviteiten op hun nieuw bedrijf mogelijk te maken;

dass diese Betrachtungsweise Rechnungen notwendig machte, um in einer Akte zur Beantragung einer Umweltgenehmigung die jährliche Erzeugung von organischem Stickstoff ab einer Tabelle zu ermitteln, die in der Anlage zum oben erwähnten Erlass vom 4. Juli 2002 mit der Uberschrift " Jährliche stickstoffhaltige Erzeugung je tierische Kategorie" angeführt war; dass der Begriff der Erzeugung von organischem Stickstoff seit 2002 jedoch nicht mehr das hauptsächliche Kriterium ist, um die landwirtschaftlichen Betriebe einzustufen, und dies aus verschiedenen Gründen; dass die Wallonische Region in der Tat das Programm zur nachhaltigen Verwaltung des Stickstoffs in der Landwirtschaft als ihre Antwort auf die Europäische Richtlinie 91/676/EWG zum Schutz der Gewässer vor Verunreinigung durch Nitrat aus landwirtschaftlichen Quellen durch die Bezeichnung von gefährdeten Gebieten und die Einführung von angemessenen landwirtschaftlichen Gewohnheiten angenommen hat; dass diese Grundsätze im Erlass der Wallonischen Regierung vom 10. Oktober 2002 bezüglich der nachhaltigen Verwaltung des Stickstoffs in der Landwirtschaft, der auch als " Nitrate-Erlass" allgemein bekannt ist, bestimmt worden sind und jetzt in den Artikeln R.188 bis R.232 und R.460 des Buches II des das Wassergesetzbuch enthaltenen Umweltgesetzbuches enthalten sind; dass diese Bestimmungen, die nur auf die landwirtschaftlichen Tätigkeiten anwendbar sind, neue Regeln in Bezug auf die Mengen der zu auszubringenden Düngstoffe, die Zeiträume und die Bedingungen für die Ausbringung, die Modalitäten zur Lagerung des Tierdungs, die im Hinblick auf die Einhaltung der Ausbringungszeiträume eine Auffangkapazität von 6 Monaten haben muss, die Verpflichtungen in Sachen Dichtigkeit der Lagerungsinfrastrukturen, .festlegen; dass die Angleichung der Lagerungsinfrastrukturen an die geltenden Vorschriften, die auf der Grundlage eines in Artikel R.460 des Buches II des das Wassergesetzbuch enthaltenden Umweltgese ...
dat deze benaderingswijze berekeningen vereiste om in een dossier betreffende een aanvraag tot milieuvergunning de jaarlijkse productie organische stikstoffen vast te leggen op grond van de tabel die in bijlage I bij bovenbedoeld besluit van 4 juli 2002 opgenomen is onder het opschrift " Jaarlijkse stikstofproductie per dierencategorie" ; dat het begrip 'organische stikstoffenproductie sinds 2002 om verschillende redenen evenwel niet meer het hoofdcriterium is voor de indeling van landbouwinrichtingen; dat het Waalse gewest immers het programma voor duurzaam beheer van stikstoffen in de landbouw heeft aangenomen om te voldoen aan de Europese Richtlijn 91/676/EEG inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen door het definiëren van kwetsbare gebieden en het aannemen van geschikte landbouwpraktijken; dat deze beginselen vastliggen in het besluit van de Waalse Regering van 10 oktober 2002 betreffende het duurzame beheer van stikstoffen in de landbouw, doorgaans " stikstoffenbesluit" genoemd, en nu opgenomen zijn in de artikelen R.188 tot R.232 en R.460 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt; dat deze bepalingen, die slechts op landbouwactiviteiten van toepassing zijn, nieuwe regels definiëren i.v.m. de hoeveelheden te verspreiden bemestingsmiddelen, de verspreidingsperiodes en -voorwaarden, de modaliteiten voor de opslag van boerderijmeststoffen, waarbij een minimale capaciteit van zes maanden opslag nodig is om de verspreidingsperiodes in acht te nemen en de verplichtingen inzake dichtheid van de opslaginfrastructuren na te komen; dat het in conformiteit brengen van de opslaginfrastructuren, opgelegd volgens een tijdschema bepaald in artikel R.460 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, aanzet tot een globalere herziening van de teeltgebouwen en de productie van boerderijmeststoffen; dat de voornaamste administraties die zich met deze materie bezig ...