Wenn auf der Lagedarstellung bemerkt wird, dass die Luftfahrzeugidentifikation, die von einem mit Mode S ausgerüsteten Luftfahrzeug ausgesendet wird, von der vom Luftfahrzeug erwarteten Identifikation abweicht, ist der Pilot aufzufordern, die Luftfahrzeugidentifikation zu bestätigen und nötigenfalls die zutreffende Identifikation erneut einzugeben.
Telkens wanneer op het situatiedisplay wordt vastgesteld dat de luchtvaartuigidentificatie die wordt uitgezonden door een luchtvaartuig dat is uitgerust met Mode S-apparatuur verschilt van de identificatie die van het luchtvaartuig wordt verwacht, wordt de piloot verzocht de correcte luchtvaartuigidentificatie te bevestigen en, indien nodig, opnieuw in te voeren.
