(2) Die Vertragsparteien erkennen die Bedeutung der sozialen Entwicklung an, die mit der wirtschaftlichen Entwicklung einhergehen muss, und kommen überein, Beschäftigung, Wohnungsbau und Siedlungswesen im Einklang mit ihrer Politik und gemäß ihren verfassungsrechtlichen Bestimmungen sowie der Förderung der in den Übereinkommen der Internationalen Arbeitsorganisation verankerten Grundsätze und Rechte am Arbeitsplatz (der so genannten „Kernarbeitsnormen“) Vorrang einzuräumen.
2. De partijen erkennen het belang van sociale ontwikkeling, die hand in hand moet gaan met economische ontwikkeling, en geven prioriteit aan werkgelegenheid, huisvesting en woonomstandigheden, overeenkomstig hun respectieve beleid en grondwet, alsmede het bevorderen van de fundamentele arbeidsbeginselen en -rechten, zoals vastgelegd in de verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie, de zogeheten fundamentele arbeidsnormen.
